[1]Droogstoppels
Toch barst het van de leugens in de wereld.
Minder morele personen verkopen leugens als ware het
feiten.
Andersom kan natuurlijk ook.
Er is – er was - zelfs een president van een half werelddeel
groot die ongewenste feiten leugens noemt.
Hij heeft patent op de waarheid.
Wat dat betreft lijkt hij op Droogstoppel.
Droogstoppel is een verzonnen romanfiguur in een boek van
Multatuli.
Droogstoppel houdt vast aan de waarheid; voor de Bijbel
maakt hij een uitzondering.
Hij houdt niet van verhalen of van poëzie, met uitzondering
van die in de Bijbel.
Allemaal verzinsels en onzinnige gevoelensuitingen waar je
niks aan hebt.
Je verdient meer met de handel in koffiebonen.
Droogstoppel is makelaar in koffie vandaar.
Multatuli is trouwens ook een verzinsel.
Hij heette eigenlijk Douwes Dekker.
Hij is de tegenpool van Droogstoppel.
Hij, Multatuli dan, had hem ook Dorknoper kunnen noemen.
Het zijn onsympathieke romanpersonages.
Ze staan voor de zuinige Hollander.
Een Hollander is een boekhouder of een ambtenaar en vaak
allebei.
Multatuli haatte de Droogstoppels en de Knopentellers.
Zijn alter ego in zijn boek, dat van Multatuli weer, is Max
Havelaar.
Dat was een emotionele man.
Hij, Douwes Dekker dan, hield veel van zijn vrouw, maar liet
haar toch in de steek.
Dat was toen hij zijn boek af had en het manuscript
opstuurde naar Jacob van Lennep.
Die begon het te verbeteren.
Hij, Douwes weer, was ook slordig met de boekhouding toen
hij nog controleur was in dienst van het Nederlands gezag in Oost-Indië.
Havelaar wilde gerechtigheid voor de uitgebuite Javaan.
Daarom droeg hij zijn boek op aan koning Willem III.
Dat hij net zo goed niet kunnen doen.
Multatuli schreef zijn boek over Havelaar trouwens op een
kaal zolderkamertje in Brussel.
Ergens, net ver bij dat zolderkamertje vandaan werd er
stevig gefeest op kosten van de koloniën.
De zonen van koning Willem III verzopen en vergokten hun
royale toelagen in Parijs en Brussel.
Multatuli was daar niet bij.
Hij had geen kaviaar of oesters maar honger en zijn boek moest af.
Zijn Havelaar is een irritante dwarsdrijver die waarheid en
gerechtigheid zoekt, terwijl de rechtse praatjes van de hypocriete Droogstoppel
in dat boek wel grappig zijn.
Multatuli heeft het trouwens niet over slavernij, maar over
uitbuiting van het volk, nota bene door het Inlandse bestuur.
Dat was andere koek dan de vloekzang van Sentot.
Die gaf de Hollanders de schuld.
[2] Sentot
De vloekzang van Sentot werd in hetzelfde jaar en in dezelfde stad geschreven als de Havelaar.
Het stuk heette De laatste dag der Hollanders op Java en wat
dan onder meer gebeurt, staat hier.
‘Dan zullen wij uw kinderen slachten en de onzen drenken met
hun bloed.’
Maar die afrekening zou nog 85 jaar duren.
Als er opstanden waren dan stuurde Nederland er het leger op
af.
Dat noemde ze politionele acties.
Als er een dorp van de rebellen bevrijd was, dan stond het
dus in brand.
Let op het woord dus.
De rebellen waren verdwenen, maar alle bewoners waren dood
of gevlucht.
Er is niet veel veranderd in de tactiek van het leger.
Laatst had het Nederlandse leger nog een munitieopslagplaats
van een terroristische organisatie in Irak gebombardeerd.
Het hele dorp was weggevaagd.
Overal lagen lijken, maar niet van de terroristen.
De minister wist hier niets van.
Volgens haar dorknopers was het een precisiebombardement.
Daar ontploffen er alleen spullen, geen burgers, zoals ze die
dan noemen, alsof die bommen het verschil kennen.
Multatuli had het al opgeschreven, honderdzestig jaar
eerder.
De Nederlanders deden er nog bijna honderd jaar over van hun
Indië afscheid te nemen.
Ook weer met politionele acties om de zogenaamde rebellen te
verjagen.
Er waren geweldsexcessen, maar de premier sprak van herstel
van de orde.
Woorden van bestuurders gaan niet over feiten.
Ze zeggen niet wat het geval is.
Ze doen uitspraken die ze voor waar verkopen.
Maar het zijn vertekende beelden van halve waarheden en hele
leugens.
Het is best moeilijk om een uittreksel van dat boek van
Multatuli te maken.
Je kunt ook alleen Saïdjah en Adinda lezen.
Dat is een apart verhaal binnen het boek van Multatuli.
Het begint als een sprookje en het eindigt in een bloedbad.
Van dit soort verhalen zijn er vele varianten in de
wereldliteratuur.
Net als in het gewone leven zelf.
Het is niet toevallig dat iemand een encyclopedie heeft
gemaakt over het werk van Multatuli.
Je raakt al gauw de weg kwijt met al die namen en ideeën.
Douwes Dekker schreef trouwens Ideën.
Over spelling had hij ook een mening.
Er zijn mensen die denken dat er verband is tussen de
spelling en de betekenis van een woord. Een croquette is lekkerder dan een
kroket.
Of dat er een symbolisch verband is tussen een omvang en de
inhoud.
Bijvoorbeeld dat iemand met een groot hoofd ook veel
verstand heeft.
Kareltje de Keizer had een groot hoofd, maar hij bleef twee
keer zitten in de eerste klas van het atheneum.
De leraar gaf hem nog een laatste beurt over de Latijnse
naamvallen.
Kareltje sloeg meteen aan het haspelen.
Grote lantaarn, klein licht, had de leraar gezegd.
Van metaforen had Kareltje ook geen verstand.
Daarom ging hij als drukkersmaatje werken bij de abdij van
Averbode.
Je hebt abdijen waar ze bier brouwen.
Maar andere drukken bijvoorbeeld de Averbode.
Het verhaal over Kareltje heet trouwens Een ontgoocheling.
De schrijver schreef dat onder een verzonnen naam.
Hij was namelijk zakenman die reclame verkocht aan
mosterdmakers en de spoorwegen.
Dan kun je beter niet onder je eigen naam sarcastische boeken
schrijven vol ontgoochelingen, oplichters en dwaallichten.
De schrijver heette van zichzelf De Ridder.