vrijdag 12 december 2025

LEIJSTEEN 11

 

LEIJSTEEN 11

 

Waar al dat zink van die romantische daken vandaan kwam, is een apart verhaal.

Dat verhaal is geschreven door Philip Dröge.

Vaals is bekend om zijn drielandenpunt.

Den Bosch is bekend om zijn Bossche bol.

Het drielandenpunt is geen taartpunt.

Het was zelfs ooit een vierlandenpunt.

Een punt waar vier landen bij elkaar kwamen.

Het had  wel de vorm van een taartpunt.

Dat vierde land heette Neutraal Moresnet.

Ze spraken er in die regio eerst ook drie talen: Frans, Duits en Nederlands, nou ja Platdiets dan, een (Belgisch-) Limburgs dialect.

Toen het landje Moresnet onafhankelijk werd, kwam er nog een taal bij.

Het werd de hoofdstad van het Esperanto.

Esperanto is de taal van de hoop.

In het Midden van Moresnet ligt een mijn.

Tijdens het congres van Wenen werden er in Europa nieuwe grenzen getekend.

Over één gebiedje werden de onderhandelaars het niet eens.

Daar lag de zinkmijn waar de Parijzenaren hun daken vandaan haalden.

De ultieme oplossing was dat het stukje land van niemand was.

Daarom heette het stukje in het midden van Moresnet Neutraal Moresnet.

Aan de westkant lag het Nederlandse Moresnet en aan de oostkant het Pruisische Moresnet.

De bewoners van dit stukje met het mijnwerkersdorp Kelmis hoefden geen belasting te betalen.

Deze taartpunt werd meteen een smokkelgat met de hoogste drankverkoop ter wereld per hoofd van de bevolking.

David van Reybrouck schreef er een prachtig Boekenweekessay over met de naam Zink.

Nadat Napoleon die de mijn had ingepikt, was verslagen, wilden  de Nederlanders die wel hebben, maar dat vonden de Pruisen niet goed, vandaar de driedeling van Moresnet.

In 1914 werd het ingepikt door de Duitsers en in 1919 werd het Belgisch gebied en in 1940 weer Duits en na de oorlog werd het een Duitstalig stukje België.

Je kon er (mits geboren voor 1914) vijf keer van land wisselen zonder te verhuizen en zonder te hoeven vluchten.

Dat laatste is zeer uitzonderlijk.

Als er een stuk land ingepikt wordt door een vijandige buur slaan de meeste inwoners op de vlucht.

Dat gebeurt ook niet ver weg, maar gewoon in Europa.

De Europese Unie moet een einde maken aan deze ellende, maar nog steeds liggen stukken betwist gebied in het voormalige Joegoslavië, zoals het staatje Kosovo.

Om daar weer wat van te weten moet je In Europa lezen van Geert Mak.

Een klein stukje Kosovo dat al niet groot is, heet Mitrovice en dat is bezet door Servië, maar het Mereldveld waar de Ottomanen de Serven versloegen ligt in Kosovo en dat is onverteerbaar voor de verliezers ook al is dat 631 jaar geleden.

Je zou zeggen dat de verliezers van een slag dat slagveld maar liever willen vergeten.

Maar dat doen die Serviërs niet.

Die willen niet dat daar etnische Albanezen wonen, omdat die de nazaten zouden zijn van de overwinnaars.

Er ligt veel oud zeer in Europa.

Overigens heet dat Merelvelveld ook wel het Lijsterveld.

Je zou zeggen dat je toch wel weet of die vogels daar merels of lijsters waren, ook al is het 631 jaar geleden.

Maar in dat maçedoine van talen en volkeren gaat er wel eens wat mis met de vertaling.

Het veld heet origineel het veld van de zwarte vogels.

Zwarte vogels hebben soms gele poten, want als ze zwarte poten hebben mag je ze niet vreten.

Dat vindt althans Anton Dautzenberg.

Anton Dautzenberg is een boze schrijver.

Boze schrijvers proberen met hun boosheid bekend te worden, dus als je bijvoorbeeld op een boekenmarktopening de aandacht wilt trekken, moet je iemand vragen die de hoofdgast, de cultuurambtenaar van de gemeente, uitmaakt voor veinzerij omdat de cultuurwethouder weliswaar de cultuur een warm hart toedraagt in haar openingstoespraak, maar het weinige subsidiegeld geeft aan cultuurmanagers, terwijl de echte kunstenaars, de schrijvers en de theatermakers,  afgescheept worden met een fooi of een zelfverdienmodel.

Dat is tot nu de langste zin in deze artikelen.

Ik schreef over de cultuurambtenaar en haar toespraak.

In verband met de diversiteit moeten er ook vrouwen in de besturen zitten.

Die doen dan cultuur.

Als je als boze schrijver genoeg rumoer maakt, krijg je op den duur een prijs van de cultuurwethouder, die je dan toespreekt in een zaaltje van het gemeentehuis.

Na de prijsuitreiking is het dan vrij drinken en borrelhappen.

Meestal vragen ze niet naar je uitnodiging, dus voor de hongerkunstenaars de gelegenheid om even bij te tanken in een culturele omgeving.

Als boze man moet je dan zo’n prijs weigeren.

Willem Frederik Hermans deed dat regelmatig.

Maar dat was dan ook geen hongerkunstenaar.

Volgens zijn biograaf was hij een mislukkingskunstenaar.

Maar WFH had geen gebrek aan geld en nog minder gebrek aan ruzie over geld met zijn eerste uitgever Van Oorschot.

WFH zei dat Van Oorschot een geldwolf is.

Toch gaf Van Oorschot goed verzorgde dundrukedities uit o.a. van Russische schrijvers en ook  de verzamelde werken van tal van auteurs waaronder Multatuli.

Meestal werden deze dundrukedities niet helemaal uitverkocht.

Van Oorschot gaf bij de promotie van W.F.H. Hermans alle dundrukdelen van Menno ter Braak cadeau.

Wist Van Oorschot niet dat Hermans een vreselijke hekel had aan Ter Braak?

Of dacht hij dat Hermans er wel blij mee zou zijn dat hij ze niet hoefde te kopen?

Alles wat we denken, zou ook anders kunnen zijn.

vrijdag 5 december 2025

LEIJSTEEN 9

 

LEIJSTEEN 9

 

De oudste champs elysées bevindt of bevinden zich in Arles.

Die velden heten daar Alyscamps.

De Romeinen hebben dat gravenkamp daar aangelegd.

Je hoeft niet perse naar Rome om Romeinse dingen te zien.

Er staat bijvoorbeeld een Romeinse arena in Nîmes.

Daar houden ze stierengevechten zonder dode stieren.

En er is een antiek theater in Orange.

Willem en Alex hebben daar via een neef hun naam aan te danken.

Vincent van Gogh heeft een tijdje in Arles gewoond.

Over de schoonheid van de vrouwen in Arles en Nîmes trof ene Droogstoppel een geschrift aan in het pak van Sjaalman.

Sjaalman was de schrijver van een pak papier met 147 artikelen over van alles en nog wat, zoals over de uitvinding van de kuisheid.

Wat er in die stukken van Sjaalman staat wordt niet verteld in dat bonte boek van Douwes, dus ook niet wie de kuisheid heeft uitgevonden.

Dekker alias Multatuli schrijft over Max Havelaar en Sjaalman en Saïdjah en Adinda.

Je raakt helemaal van de wijs met al die namen in dat boek.

Gelukkig is er een encyclopedie en nu het internet, maar dat maakt de chaos niet kleiner.

Van die encyclopedie had ik al verteld, maar waarom er een hoedje staat op de i van Nîmes

kun je nergens vinden.

Dat de vrouwen in Arles en Nîmes mooier zijn dan die in Vrouwenpolder is vrijwel zeker.

Daarvoor hoef je niet naar Zuid-Frankrijk te gaan, maar alleen maar naar Walcheren.

Daar dragen vrouwen hoofdkapjes met achteruitkijkspiegels.

Dat was handig op de solex.

De solex was de voorloper van de e-bike met een motor op het voorwiel.

Je mocht vroeger niet op zondag uitgaan met de solex en nooit doen aan solosex.

Je kon wel op de boulevard gaan staan om met een verrekijker naar de scheepvaart te kijken of eventueel tussen de schepen door even naar de dames te loeren in hun monokini’s.

Monokini’s zijn uit de tijd van de solex.

Een boulevard is bedoeld om er te flaneren en om te kijken en te bekeken.

Je kunt heel wat inspiratie opdoen op de boulevard.

Maar meestal is zij even vluchtig als het spul waar dromen van gemaakt worden.

Er bestaat wel een boulevard van de verbroken dromen.

Dat is geen boulevard maar een lied over de leugen van de verbeelding.

Het zou ook een boek van Patrick Mondiano kunnen zijn.

Mondiano heeft wel een boek geschreven over de boulevard van de verloren jeugd.

Eigenlijk gaan al zijn boeken over de verloren tijd, maar dan per boek een stuk dunner dan dat bekende bouwwerk van Proust, maar de stapel van alle boeken van Mondiano is dan weer hoger dan al die Proustiaanse onachterhaalbare tijden.

De verloren tijd was trouwens een café, denk ik, in plaats van een boulevard.

Je raakt bij Mondiano niet snel de weg kwijt, als je tenminste een plattegrond van Parijs bij de hand hebt.

Een plattegrond binnen de oude peripherique is genoeg.

Behalve de publicaties van Michelin is er geen enkel schrijver die zoveel namen van restaurants, cafés, straten, bioscopen, boulevards en stations heeft opgesomd als of dan Mondiano.

Michelin maakte behalve wegenkaarten ook banden die in Frankrijk pneus heten.

Pneu betekent lucht.

In tijden van corona is stadslucht heel vies of eigenlijk altijd ook zonder corona.

Het slijpsel van banden en van remmen is heel slecht voor de pneupomp in je lijf.

Tegenwoordig, voor de corona dan, zijn of waren de Parijse boulevards een soort snelwegen voor gevaarlijk fijnstof en giftige uitlaatgassen.

Geen wonder dat de bewoners in de oude buitenwijken een stuk eerder overleden dan die in de dorpjes rond Parijs vanwege die giftige wegen.

Daarom gingen de rijke bewoners buiten de buitenwijken in die geannexeerde en nieuwgebouwde dorpjes wonen die bijvoorbeeld fleurie of roses heten.

Daartussenin liggen de banlieus.

Daar wonen dan de migranten in torenhoge flatgebouwen.

In het toeristische centrum woont bijna niemand meer, behalve personeel van de hotels en restaurants, die op de bovenste verdiepingen onder een heet zinken dak wonen.

Dus de boeken van Mondiano gaan allemaal over de verdwenen wijken, de verloren mensen en de vergeten straten.

Max Havelaar denkt dat zijn voorganger door de regent van Lebak vergiftigd is, omdat hij aangifte wilde doen wegens knevelarij.

Ik bedoel dat de gestorven assistent-resident de regent wilde aanklagen wegens knevelarij.

Onlangs heeft de Nederlandse overheid de belastingdienst aangeklaagd wegens knevelarij.

Het is een lang vergeten wetsartikel en in het geval van Havelaar werden er geen maatregelen getroffen tegen de regent.

Sterker nog: Havelaar wilde dat de regent meer geld kreeg, om de herendiensten af te schaffen door de werkers te betalen.

Ook gaf Havelaar geld uit eigen zak.

Havelaar wilde niet dat er gif in zijn eten zou komen.