zaterdag 6 april 2013

LITERAIRE TIJDSCHRIFTEN


Literaire tijdschriften
[Leyeloren 7]

Ze worden met enthousiasme opgericht en met schulden opgeheven. Sinds het ontstaan van het [literaire] tijdschrift ruim tweehonderd jaar geleden ontsproten aan de debatcultuur van de Verlichting, zijn er alleen al in de Nederlanden duizenden tijdschriften gekomen en gegaan.

'De oudste publiekstijdschriften dateren uit het eind van de zeventiende eeuw. Er verschenen toen nieuwsbladen, zeer verwant aan kranten, en geleerdentijdschriften. Het eerste geleerdentijdschrift dat in Nederland verscheen was het Franstalige blad Nouvelles de la République des Lettes (1684) [moet zijn Lettres, ct. JM]; het oudste in het Nederlands Boekzaal van Europa (1692).' [Bron: Koninklijke Bibliotheek van Nederland].

De Engelse Wikipedia zegt dat The Tatler het oudste tijdschrift in de wereld is. Dat klopt dan niet met het bestaan van de Republique des Lettres of De Boekzaal, maar bedoeld is misschien: nog bestaand en/of algemeen publiek tijdschrift, want het bestaat nog steeds; zij het nu als een glossy over levens en stijlen van de upper class. In maart 1709 richtte Richard Steele dit blad op; het verscheen drie keer per week. Het publiceerde nieuws en roddels opgepikt in Londense koffiehuizen, vandaar de titel. Hij hield er al mee op aan het begin van 1711. De opvolger van The Tatler [Steele werkte daarin samen met Adison],  was The Spectator dat twee maanden later verscheen  en dat meer beschouwend was. Tot december 1712 verschenen er 555 afleveringen. Het blad werd veel gelezen en de stukken gingen vooral over esthetiek, literaire stijlen en het stadsleven. Bekende schrijvers werkten er aan mee, o.a. Alexander Pope. Het blad kende veel navolging in andere landen, zoals de Hollandsche Spectator van Justus van Effen [1731-1735].

De Hollandsche Spectator was typisch voor die tijd didactische van opzet; een beschavend blad. Van Effen verzon vaak een brief over een actuele ethische kwestie, zogenaamd ingestuurd door een kritische burger en dan beantwoordde hij als Heer Spectator deze brief met ampele overwegingen, die alle gelegd werden  onder de loep van de enige en universele Rede. En dat keurig afgerond per aflevering op twee velletjes papier, gevouwen tot acht bladzijden.

Het oudst nog bestaande literaire tijdschrift De Gids opgericht in 1837 kwam op 1 april 2012 terecht bij haar zesde uitgever: het weekblad De Groene Amsterdammer. De Gids kreeg er daardoor niet alleen heel veel lezers bij, maar veranderde ook van vorm, van boekje naar het zgn. Berliner-formaat. Zelf was De Gids een reactie op de Vaderlandsche letter-oefeningen, het oudste algemene culturele tijdschrift; door de Gidsers ook wel vaderlandse leuteroefeningen genoemd. Door haar kritische opstelling kreeg De Gids de bijnaam De Blauwe Beul. In 1885 werd weer in reactie op de ingeslapen ‘oude’ Gids, De Nieuwe Gids uitgegeven, het blad van de Tachtigers. Dit eerst toonaangevend tijdschrift, werd na interne ruzie in 1894 een eenmansproduct van Kloos en leidde een kwakkelend bestaan. Het kwam zelfs onder toezicht van de Kultuurkamer en verdween in 1943. Zo komt het ene blad en verdwijnt het andere.

Zo lang als De Gids heeft in Nederland nog geen enkel literair tijdschrift het uitgehouden. De meeste tijdschriften verschijnen maar kort en worden opgedoekt op opgeslokt. Niet alleen door het geringe aantal abonnees, waardoor de uitgever ermee stopt, maar ook doordat een nieuw tijdschrift van een rivaliserende verse schrijversgeneratie de aandacht trekt. Ook ligt de concurrentie altijd op de loer of dooft het elan; het voortbestaan op papier wordt in het cybertijdperk steeds moeilijker. TS Bomenpulp maakt geen kans tegen FC De Wolk. Het gaat niet goed met de literaire tijdschriften. Vaak zijn het vlaggenschepen van literatuuruitgevers, zoals het tijdschrift Tirade [opgericht in 1957] dat is van Uitgeverij Van Oorschot. Er zijn maar weinig onafhankelijke bladen bij. Eén ervan is Leydraden van de Literaire Kring Goirle [zie Leyeloren 1]. Het wordt echter niet vermeld in de lijst tijdschriften van de Koninklijke Bibliotheek. Daar moet toch meer reclame voor gemaakt worden.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten