dinsdag 4 december 2018

REMKO KAMPURT: TJEEMPIE


Remco Campert overleden

Het is 1968.
Een man met een lange witte baard komt aan op het Sentraal Stasjon. Er heeft zich een menigte verzameld wachtend op de komst van Klaas. Hij houdt een toespraak en zegt:'Hik.'

De REVOLUUTSIE is voltooid met de komst van Klaas en de menigte volgt hem de stad in met achterlating van spandoeken en borden. Op het stationsplein staat eenzaam de Best Gekapte Schrijver van Nederland. Eerder in het verhaal demonstreert hij aan Liesje (de hoofdperoon van Tjeempie) wat het verschil is tussen Het Zijn van de schrijver zelf  (de BGvN is de Filosoof van het Zijn in de Praktijk) en het Niet-Zijn bij Liesje. Het Niet-Zijn gaat hij opheffen door het te vullen met zijn Zijn, waardoor er een gloedvol Wel-Zijn ontstaat.


Vijftig jaar geleden publiceerde Remco Campert (alias Remko Kampurt) zijn satirische boek: Tjeempie of Liesje in Luiletterland. In 1976 maakte Joost Roelofsz er een 'prentenboek' van. (zie afbeelding). Hulde aan de niet meer schrijvende, maar nog laatst levende 'tiger' van de Vijftigers die overleed op 4 juli 2022..

maandag 3 september 2018

De rechten van de mens


Ik wil het boek van Thomas Paine graag aanbevelen aan de president van de Verenigde Staten.


Op de illustratie wordt de opperrechter van het Hooggerechtshof van de VS getroffen door een stapel boeken (waaronder de Rechten van de mens natuurlijk) om hem aan zijn taak te herinneren. Hij dient de wet; niet de macht! Het gebeurde wel tweehonderd jaar geleden, maar de spotprent is evengoed van toepassing op onze Trumpiaanse wereld, waarin de president probeert het Hooggerechtshof naar zijn hand te zetten.

dinsdag 7 augustus 2018

Poekoel teroes!

Klanken van Oorsprong


Vanmiddag naar Cinecitta. Buiten heerst de heetste dag van het jaar, binnen is het heerlijk koel, maar niet voor lang, want we kijken naar de film 'Klanken van oorsprong', een documentaire van Hetty Naaijkens-Retel Helmrich over de opkomst van de Indo-(rock)muziek in Nederland. Vooral voor mijn generatie die begin jaren zestig met deze muziek kennis maakte en ging dansen: om tranen van in je ogen te krijgen. Een film die je ontroert en die je hart vol heimwee maakt. En een film voor iedereen die van muziek vol warmte houdt: indrukwekkend mooi.


Regisseur Hetty Naaijkens – Retel Helmrich (Buitenkampers, Contractpensions) toont in haar nieuwe documentaire Klanken van Oorsprong het verhaal van diverse artiesten met een Nederlands-Indische achtergrond. Samen met meer dan 350.000 andere Indische Nederlanders moesten zij tussen 1945 en 1962 gedwongen terug naar hun oorspronkelijke vaderland: Nederland.
Eenmaal in Nederland kregen Nederlands-Indische bands als “The Tielman Brothers” en “The Crazy Rockers” direct veel gehoor bij de dolenthousiaste Nederlandse jeugd die een grote honger had naar Rock ‘n roll muziek. Ook Nederlands-Indische zangers en zangeressen zoals Sandra Reemer, Liesbeth List en Boudewijn de Groot maakten veel furore. Anneke Grönloh en Ruud & Riem de Wolff (The Blue Diamonds) verwierven zelfs enorme internationale roem, net als de naar de VS geëmigreerde broers Eddie en Alex van Halen.
Hoewel al deze muzikanten erg van elkaar verschillen, hebben ze veel dingen gemeen. Allereerst hun geschiedenis van oorlog, vluchten, opnieuw beginnen in een vreemd land en aanpassen. Daarnaast de muziek als grootste uitlaatklep.

zaterdag 16 juni 2018

A.H.J. DAUTZENBERG bestaat uit twee letters

DAUTZENBERG SCHRIJFT ZICH AF

Anton Dautzenberg is toegelaten tot het Privé-domein van de Arbeiderspers met zijn 'dagboek' onder de titel: Ik bestaat uit twee letters.
Geen woord van gelogen.En het kost nog geen vier cent per bladzijde.
Kopen dus bij Livius. Bij Gia-Muts mag ook.


In de recensie in het NRCH van 15 juni 2018 wordt nog eens gerefereerd aan de vorm en vent discussie uit de jaren dertig in het tijdschrift Forum. Volgens de krant (i.c. Thomas de Veen) is die wedstrijd gewonnen door de ventisten, wier voornamen dus worden gespeld met twee letters. Dat betekent wel dat al het werk van AHJD (hij publiceert niet met zijn voornaam, maar met zijn voorletters, dat zijn er drie) langs een lijstje wordt gelegd met zijn publieke optredens, waarin hij aandacht trekt voor zijn autobionische ik, zoals zijn nierdonatie, de verdediging van pedoclubrechten en nog meer gestapel. Waardoor alles wat hij schrijft, weer door de kritiek wordt vervormd. Want het mag dan wel wel fictie wezen, maar die moet wel echt gebeurd zijn. Om vorm zonder vent geven we tegenwoordig nog geen vier cent. We willen echter dan echt, de gevormde vent. De nieuwe fictie dus. Probeer daar maar eens uit te breken.
Een interessant stuk in het boek van AHJD gaat over Wittgenstein. Uit een biografie over Wittgenstein leerde AHJD dat je de mensen niet moet irriteren met je idealisme, maar dat je een goed mens moet proberen te zijn. Daarom of daarvoor ging Wittgenstein les geven op een lagere school in een boerengat in Oostenrijk in plaats van de geleerde fellow uit te hangen in Cambridge. Of die kinderen in Puchberg zo blij waren met de tractaten van die gekwelde mens? We weten het niet. Er stond in elk geval een vent voor de klas die vorm probeerde te geven aan de goedheid.
Op de voorpagina van de boekenbijlage van NRCH staat een karakteristiek vormgegeven tekening van Gijs Kast. AHJD  ten voeten uit.. Zijn schaduw valt over een stapel boeken. Zijn rechterwijsvinger wijst ernaar. Lees dit, zegt de wijsvinger. Dit heb ik geschapen. Ik heb mij vorm gegeven.

vrijdag 20 april 2018

PAS VERSCHENEN

Onlangs verkrijgbaar in de andere boekhandel



P. Hulsbrant en M. IJsenboom, Boeken opdoeken [Sponsored by Bookshop Bredaroad]
Norbertus Frisianus, Voorwoord zonder boek [Polyglotte citatenbundel voor gymnasiae]
P. Cools, Over neolithische schrijvershoofden en hun inhoud. [Icebrand modelling]
J. de Slegte, Het weeshuis van verlaten boeken. [v/h. Boeckhuys Selexyz & Polaris]
M.O. Diano, De ringbanen van het verloren leven. [Vervolg op Broekhoven m’n ouwe moer]
Ed Schrijvers: De geverfde Ley. Over blauwsloten, praeputiumlooiers en andere riolia.

En pas vertaald:
Akker abstract oranje van Ready Or Not

Mon Santo, Laat alle akkers oranje kleuren op Koningsdag [Gift edition by Glyfosaat Inc.]
Vlad Putin, Moderne spietstechnieken. [публикации Новичо́к]

woensdag 18 april 2018

WAAROM ZIJN WIJ MENSEN ZO DOM [Irralorifa 4]

Waarom zijn wij mensen zo dom?

JJules de Corte, de blinde zanger, had in 1963 een megakraker met zijn lied: Ik zou wel eens willen weten.

Zijn wens is een prima uitgangspunt voor het bestrijden van de domheid. Immers alle kennis ligt in de verwondering (Aristoteles).

Vervolgens begint Jules de Corte een stel kindervragen te stellen en nog stommere antwoorden te geven, zoals waarom zijn de bergen zo hoog? Die zijn een stut voor de hemelboog en waarom zijn de zeeën zo diep, dat is omdat ze dienen tot meerdere glorie van God die de wereld schiep.

Geen natuurkundeles gehad.

Er staat ook veel misschien in de tekst.

Maar goed.

De laatste strofe van het lied vraagt ons: waarom zijn de mensen zo moe? Dat komt door het jachten en jagen en door al die tienduizend vragen en altijd onderweg naar de vrede toe. In 1963 was dat. Inmiddels is het onderweg nog veel erger geworden. Vooral met de vrede en dat gejakker en daarbij voortdurend de blik op dat scherm van het alom aanwezige anti-communicatievehikel: de smartphone! De domme blik op dat slimme ding.

Waarom de mensen zo dom zijn? Dat vroeg hij niet. We zijn niet dom, maar moe.

Jules had een goed hart en een kritische blik. En zes kinderen. Ik zag hem vaak in de trein onderweg naar de vrede toe. Reizigers zaten toen te suffen, te lezen, te loeren of te luisteren.

Dag meneer De Corte.

Dag meneer Onderweg.

In Vietnam kregen de boeren toen gratis oranje onkruidbestrijdingsmiddel uit Amerikaanse sproeivliegtuigen. Dat was voor de wereldvrede.

Jules de Corte was een goed mens en gelovig.

Misschien.

Het is gek, maar als ik dit liedje hoor dan ontroert me dat nog altijd. En je kunt het zelf ook beleven, op you tube. Op internet staat bijna alles. Heel slim. Nu wij zelf ook nog.

Waarom zijn de mensen dan dom? Ja, u en ik niet natuurlijk, maar al die anderen wel.

We weten het waarom van die hoge bergen en de diepe zeeën. Ze zijn van eenzelfde oorsprong: de tektoniek van de aardschollen. Maar sta je op een hoge bergrichel en kijk je in de diepte, dan ervaar je iets dat je weten ontstijgt of onderuithaalt. Vertigo.

Ik weet bijna zeker (haha) dat De Corte nooit iets gelezen heeft van Ludwig Wittgenstein. Maar de kern van het lied is uiteraard dat we veel vragen hebben, maar geen antwoorden. Wittgenstein schreef een boek vol stellingen om te tonen wat de wereld is. En als we weten wat de wereld is en al haar feiten, dan blijft er nog één vraag over.

Waarom de wereld is. En wij en waarom wij leven.

Op die vraag heeft hij geen antwoord. Waarover je niet kunt spreken, kun je maar beter zwijgen, zegt Wittgenstein. Maar dat doen we niet, want we kunnen het niet, zegt De Corte.

Daarom zijn wij mensen zo dom.


P.S. Dinsdag 12 juni 2018 stond ik bij de stationstoren van Tilburg CS. Sinds kort klinkt het carillon weer. En wat speelde het? Ik zou wel eens willen weten! Pling Plong.





zaterdag 7 april 2018

BOEKENPEST EN BOEKENETERS

Boekenvreters

Over de boekenpest schreef Boudewijn Büch in het gelijknamige boek het volgende: “Dit boek zal over tien jaar voorzichtig aangepakt moeten worden. Over dertig jaar zal het gedeeltelijk uit elkaar gevallen zijn en over een halve eeuw zal het geheel verpulverd zijn.”
Deze voorspelling schreef hij dertig jaar geleden op. De zin staat in de derde druk van april 1988. De uitgave die ik bezit is een paperback gedrukt op houtvrij papier. Er is ook een gebonden versie (475 stuks, een nieuwjaarsgeschenk van de uitgeverij) gedrukt op synthetisch, honderd jaar tegen zelfvernietiging bestand 110 grams Polyart 2-‘papier’. Het gaat mij niet lukken om te zien hoe (het met) deze dure editie zal zijn vergaan in 2088, dus bericht ik u over de huidige conditie van mijn goedkope druk van dertig jaar geleden. Dat boek zou nu uit elkaar gevallen moeten zijn. Maar dat is niet zo. Het boek ziet er prima uit. Niet verkleurd, verzuurd of vergeeld. Wel gelezen, maar niet geknakt of beschadigd. Tweedehands gaaf, zou ik zeggen. Altijd in de boekenkast gestaan in de studeerkamer beschermd tegen direct zonlicht. Dus de prima conditie van zijn boek heeft BB destijds niet voorzien. Had ik het dertig jaar in de zon gelegd achter het voorraam, dan zou het er minder florissant hebben uitgezien, maar vergaan? Inmiddels weten we ook dat synthetisch materiaal door zonlicht op den duur verhardt, vergeelt en verbrokkelt. Dus ook daar heerst het verval.

In Boekenpest staat een stuk over virussen, schimmels en bacteriën die uit verzuurde en door insecten aangevreten boeken overslaan op de bibliothecarissen. Büch vroeg zich af of het lezen van aangetaste boeken dodelijk of gekmakend kan zijn. De ziektekiemen leiden bij deze boekenbergers niet zelden tot infecties en krankzinnigheid en soms zelfs tot de dood. Boudewijn Büch kon het weten, want deze boekenmaan had zichzelf benoemd tot bibliopsychofarmacohistoricus. Op bladzijde 144 schrijft hij: “Als een boek niet vanzelf uit elkaar valt, is het bij machte mij stervend op de bibliotheekvloer te doen neerzijgen.” En dat is dus gebeurd. BB werd in november 2002 dood aangetroffen in zijn immense boekenhuis.

De ichtobibliofaag

Dat ook een vis tot een gevaarlijke vijand van de literatuur wordt gerekend, is toch opmerkelijk. We weten dat een walvis de profeet Jonas heeft opgeslokt en na een tijdje weer uitgespuugd, maar geloven doen we het niet. Ook bestaan er veel variaties van het verhaal dat een vis een weggeworpen ring opslikt, welke ring dan weer opduikt in de keuken van de wegwerper. Maar dat een vis een boek op zijn menu had staan is waarlijk gebeurd. Al is het wel het enig bekende geval van ichtobibliophagie. In 1626 trof een vissersvrouw in Cambridge een boek aan in de buik van een kabeljauw. De vis heeft het boek, dat gewikkeld was in een zeildoek, waarschijnlijk opgepeuzeld voor de kust van Norfolk. Kort daarna werd hij gevangen en naar de vismarkt in Cambridge gebracht. Daar werd het boekje bij het villen in de vis aangetroffen.
Het formaat van het boek – sextodecimo - is precies hetzelfde als een Prismapocket maar met de leren kaften van toen en verpakt in een zeildoek, moet het een behoorlijk zware hap zijn geweest. Ook de inhoud viel niet mee. Die bestond uit drie tractaten van de 16de eeuwse Puriteinse prediker John Frith die o.a. gingen over de voorbereiding op het kruis en de dood. Dit laatste had de vis nogal letterlijk genomen. Met de schrijver is het ook niet goed afgelopen. Hij werd wegens ketterij gevangen gezet in een viskelder in Oxford en is in 1533 aan de brandpaal opgestookt.


woensdag 14 februari 2018

LUCEBERT

de hollandse cultuur is hol van helen,
het leven in commissie niet alleen een zede, ook genade
de eigen zaken eigen zielen zijn bordelen,
zodat de vreugde met een vreemde vrouw in bed,
des anderen daags in kuise verzen omgezet,
niet ruisen als het zaad, maar kraken als kostschoolse gewaden.
gij letterdames en gij letterheren,
gij die in herenhuizen diep zit uit de pluizen daden,
ik zeg Daden van genot en van ontberen,
wanneer gij blake rimbaud of baudelaire leest;
hoort, door onze verzen jaagt hun heilige geest:
de blote kont der kunst te kussen onder uw sonnetten en balladen.

zondag 4 februari 2018

WATERHOUSE

DANGEROUS PICTURES

Gaat u toevallig naar Manchester om het schilderij: Hylas en de nymphijnen te zien, dan hebt u pech. Dit 'dirty picture' van John William Waterhouse is verwijderd uit de Art Gallery.

Warning: Do'nt look. Dangerous picture!



En dit is pas het begin. Binnenkort hebben alle kunstmusea de helft tot 80% van alle mythologische schilderwerken en alle naakten van de moderne kunst verwijderd. De kathedraal van Antwerpen met die volvette Rubensdames: weg ermee. De Kariatiden in het Paleis op de Dam: weghakken! De Beeldenstorm komt terug!
Gelukig hebben we nog het 'Het Melkmeisje' van Vermeer. O jee, die mag natuurlijk ook niet meer met die volvette melk. En de 'Stier' van Potter? Helemaal taboe met dat aanstootgevend geval.

De Art Gallery heeft het schilderstuk van die arme Hylas en de verleidelijke nimphijnen weer teruggehangen. Het was een stunt om de discussie over de seksualisering (d.m.v. objectivering van het vrouwelijke lichaam) in de kunst aan te zwengelen. Nou, dat is dan goed gelukt, maar om daarvoor met dit mooie schilderij te gaan slepen? Weten die kunstenhangers van de Art Gallery niet dat Hylas juist door zijn mannelijke ondeugd (bezwijken voor vrouwelijk schoon) door die nimphijnen het water wordt ingetrokken en jammerlijk verdrinkt? Hij valt door zijn luxuria ten prooi aan de sluwe verleidkunst der vrouwen! Laten we ook eens daarover discussiëren.

Een foute Van Gogh. Vrouw die zich wast. OMG. Mag je die wel tentoonstellen?

vrijdag 26 januari 2018

PLAKKAAT WORDT PRONKSTUK

HET PRONKSTUK

Het zgn. Plakkaat van Verlatinghe (1581) is uitgeroepen tot pronk/erfstuk nummer 1 van de Nederlanden. Dit geldt dus ook voor België (op het Prinsdom Luik en enkele Oostkantons na) en voor het bij Frankrijk horende Artois.

Zeventien provinciën vormden in de 15de eeuw De Nederlanden onder Bourgondisch bestuur. De macht lag vooral bij de lokale elites in de steden. Er is een wederzijdse contractuele verplichting tussen de vorst en deze elites / gewesten. Willen van Oranje moest zich daarom legitimeren toen hij stelde dat de vorst (Philips II) zich niet aan het contract hield. Dit deed Willem in zijn Apologie ofte verantwoordinghe (1581) ook bekend als de Akte (of Plakkaat) van Verlatinghe.
            Al in 1127-1128 hadden Gent en Brugge privileges die in constituties waren vastgelegd en die de vorstelijke macht beperkten. Binnen zo’n gewest regeerde dan de lokale elite, wat weer zorgde voor interne conflicten m.n. als sociaal-economische factoren veranderden (bijv. het stedelijk patriciaat vs. gilden en ambachten). 

            Het verbindende karakter van de opstand tegen Spanje was negatief, nl. de noodzaak om krachten te bundelen tegen een gemeenschappelijke vijand: de Spaanse koning. Er was dus geen eenheidswil. Uiteindelijk kwam de macht in het Noorden, bij gebrek aan een souverein, bij de Staten-Generaal en daar is die nog steeds.
 In de acte werden van de 17 Provinciën m.n. ook Vlaanderen, Mechelen en Brabant (dus ook het nu Belgische deel) genoemd. Er is dus wel sprake van een toeëigening van Nederland van een 'pronkstuk'dat ook aan België toebehoort. Overigens is het niet het volk dat de vorst afzweert, maar de heersende elites die hun zaken zelf wilden regelen.

Het zgn. Plakkaat heeft ook als inspiratiebron gediend bij de onafhankelijheidsverklaring van Amerika.

The Importance of the Plakkaat van Verlatinghe for American History
It is accepted that the Act of Abjuration, which has also be called "the Dutch Declaration of Independence", was well known among the drafters of the American Declaration of Independence. It is quite likely that copies of the Dutch text were circulating in the Continental Congress. The precedent of an abjuration of a sovereign because of his failure to be a good king was very important for the law-minded drafters of the Declaration of Independence. For the first time in Modern history a people had successfully renounced a king. A close comparison between both texts, shows where some of the ideas from the Declaration of Indepence came from.

Bron: American History

PLAKKAAT [TEKST]


Het zgn. Plakkaat van Verlatinghe is uitgeroepen tot Pronkstuk van Nederland.
De oorspronkelijke tekst is nogal lang en gemakkelijk te vinden op internet.
Onderaan het eerste stuk van de oorspronkelijke tekst, maar eerst in huidig Nederlands:

De kern van de tekst: (Alsoo een yegelick kennelick is:)

“Het is aan ieder bekend, dat een vorst als dienaar van God, geacht wordt zijn onderdanen te beschermen tegen alle onrecht, overlast en geweld, zoals een herder zijn schapen beschermt. De onderdanen zijn niet door God geschapen om de vorst in alles wat hij beveelt onderdanig te zijn, of het in overeenstemming is met Gods wil of niet, rechtvaardig of niet, en hem als slaven te dienen. De vorst is integendeel geschapen voor zijn onderdanen, zonder wie hij geen vorst kan zijn, hen volgens recht en rede te regeren, met zijn lijf en leven te beschermen en hen lief te hebben zoals een vader zijn kinderen en een herder zijn schapen.
Als een vorst daarentegen zijn plichten niet nakomt, zijn onderdanen onderdrukt en molesteert in plaats van hen te beschermen en hen berooft van hun oude vrijheden, privileges en gewoonten, hen dwingt en gebruikt als slaven, dan is hij geen vorst maar een tiran.
Volgens recht en rede hoeven de onderdanen, krachtens een besluit van de Staten-Generaal hem dan niet langer te erkennen als hun vorst, maar mogen ze hem afzweren en iemand anders kiezen om hen als heer te beschermen.”

Akte van Verlatinghe, 1581. De Staten-Generaal van de 17 Provinciën.


[Begin van het origineel]

De Staten Generael van de geunieerde Nederlanden.

Allen dengenen die dese tegenwoordighe sullen sien ofte hooren lesen, saluyt.

Alsoo een yegelick kennelick is, dat een Prince van den lande van Godt gestelt is hooft over zijne ondersaten, om deselve te bewaren ende beschermen van alle ongelijk, overlast ende ghewelt gelijck een herder tot bewaernisse van zijne schapen: En dat d'ondersaten niet en sijn van Godt geschapen tot behoef van den Prince om hem in alles wat hy beveelt, weder het goddelick of ongoddelick, recht of onrecht is, onderdanig te wesen en als slaven te dienen: maer den Prince om d'ondersaten wille, sonder dewelcke hy egeen Prince en is, om deselve met recht ende redene te regeeren ende voor te staen ende lief te hebben als een vader zijne kinderen ende een herder zijne schapen, die zijn lijf ende leven set om deslve te bewaren. En so wanneer hy sulx niet en doet, maer in stede van zijne ondersaten te beschermen, deselve soeckt te verdrucken, t'overlasten, heure oude vryheyt, privilegien ende oude herkomen te benemen, ende heur te gebieden ende gebruycken als slaven, moet ghehouden worden niet als Prince, maer als een tyran ende voor sulx nae recht ende redene magh ten minsten van zijne ondersaten, besondere by deliberatie van de Staten van den lande, voor egheen Prince meer bekent, maer verlaeten ende een ander in zijn stede tot beschermenisse van henlieden voor overhooft sonder misbruycken ghecosen werden (enz. enz.)

dinsdag 23 januari 2018

WHY ARE YOU LAUGHING



Het Nederlands Blazers Ensemble en de Duda Paiva Company toeren met een sterk ingekorte en vrije bewerking van The Fairy Queen van Henri Purcell.
Het hoogtepunt van de mini opera was m.i. het nummer Why are you laughing, dat niet van Purcell is maar van The Tiger Lillies. Met de drie heksenpoppen van de Duda Paiva Company, was dit niet alleen een muzikaal, maar ook een fabelachtig visueel schouwspel, waarin de poppendragers en het orkest alle theatrale registers openzetten om op volle kracht de cynische en sarcastische tekst het publiek in te blazen.


Eerst de originele tekst en dan mijn vertaling.




Why are you laughing? 
We're all gonna die
tomorrow in agony we will all lie
Why are you laughing?
why so amused? 
Tomorrow senility will you confuse
Why are you laughing?
why so self assured? 
Tomorrow death and disease you'll endure
Why are you laughing to that happy music? 
Only fools and idiots are optimistic
This isn't a film with a happy end 
only death and disease await us at the end
So why are you laughing?






Waarom moeten jullie lachen
We gaan er allemaal aan
Straks lig je te ijlen om nooit meer op te staan
Waarom moeten jullie lachen
Wat is er zo lollig aan
Als straks de warboel in je verstand zal slaan
Waarom moeten jullie lachen
Waarom zo zelfvoldaan
Als straks ziekte en de dood je doen vergaan
Waarom moeten jullie lachen
Als je die vrolijke muziek hoort gaan
Alleen de dwazen leven in een blije waan
Dit is geen film met een gelukkig slot
Ziekte en dood zullen ons uiteindelijk verslaan
Waarom lachen jullie dan zo zot

zaterdag 13 januari 2018

Hier spreekt men Nederlands [rie-isjoe]

Mevrouw Brandts Buys Kriebel en de taaldivergentie

De Vlamingen verstaan de Nederlanders niet meer en Vlaamse televisieseries worden voor de Nederlandse kijker ondertiteld. “Vlaanderen en Nederland delen in toenemende mate de formele schrijftaal, maar op het gebied van de informeel gesproken taal valt een versnelde divergentie waar te nemen.” Dit constateert Ludo Beheydt, hoogleraar te Leuven en Leiden in een speciaal aan België gewijd nummer van Christen Democratische Verkenningen [voorjaar 2008].

Ik weet niet of de divergentie versnelt. Ik heb eerder de indruk dat zich in de Randstad Holland een bepaald sociolect ontwikkelt waarvan de schrijfster Helène van Royen een uitgesproken voorbeeld is. Divergentie moet naar twee kanten wijken. Wel is juist dat op de televisie steeds vaker series ondertiteld worden die tussen Nederland en Vlaanderen uitgewisseld worden. In de Vlaamse uitzendingen van de serie In Europa werd de stem van Geert Mak door een Vlaamse stem ingesproken omdat Mak voor Vlamingen niet goed verstaanbaar zou zijn. Maks stem is schraperig en vol essen en effen waar je z of v moet horen.
In mijn omgeving hoor ik die divergentie niet, misschien omdat ik grensbewoner ben en mijn familie van zowel vaders- als moederskant in Nederland en België vertakt zijn. Mijn vader was de laatste tien jaar bij Philips hoofd administratie van een plant [zo heette dat al] in Turnhout. Op een diner bij de baas thuis merkte hij op dat de directeur een aardig dochtertje had. Er viel even een pijnlijke stilte. Mijn vader hoorde later dat hij had gezegd dat het kind verstandelijk gehandicapt leek. Taaldivergentie anno 1960.

In die jaren zestig keken mijn ouders op de Vlaamse televisie naar een serie die Schipper naast Mathilde heette. Deze serie werd geheel in plat Antwerps dialect gesproken. Zij verstonden dat. Maar als op de BRT een flandrien [wielrenner] in het Vlaams van de Westhoek of een Brusselèèr in het Marols van zijn wijk sprak, werd dat ook toen op de Vlaamse televisie zelf ondertiteld. Onlangs zat ik in een café [het stamcafé van Toots Thielemans] op het Vossenplein in Brussel waar de lokalen uit de Marollen hun pintje drinken, maar ik die het Antwerps [Brabants dialect!] versta, kon vrijwel niets van dat Brussels [Brabantsdialect!] volgen. Geen Toots te bekennen.
Vraag je in Brussel in het Nederlands de weg, dan durft men niet te antwoorden. Pas op, de Brusselaars verstaan je wel! Maar hun Nederlands is zo schabouwelijk dat ze zich generen. De schrijver Jeroen Brouwers heeft bij de uitgeverij van Angéle Manteau jaren zijn geld verdiend met het vernederlandsen van Vlaamse literatuur. De divergentie in dialect is binnen Nederlandstalig België heel groot.




In de jaren zeventig kwam er in Vlaanderen een actie op gang om beter Nederlands te leren spreken. Op de televisie was er een programma Hier spreekt men Nederlands. In het onderwijs werd dialect spreken niet meer beschaafd gevonden. Natuurlijk blijft er altijd een “Vlaams” kleurtje in de uitspraak hangen. In delen van Nederland was dat niet beter. Toen ik in 1970 les ging geven in Roosendaal zaten daar kinderen uit dorpen in het grensgebied die geen Nederlands konden spreken. Ze konden wel goed wielrennen.

Dat het Nederlands van de Randstad de norm is, vinden de Hollanders vanzelfsprekend.
Toen ik in 1965 Nederlands ging studeren aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam zaten we als eerstejaarsgroepje te wachten op de verlate komst van Mevrouw Brandts Buys Kriebel die ons spraakles ging geven. Brandts Buys had ze van haar overleden man, de componist Johann Sebastian Brandts Buys [zie voetnoot] en Kriebel van zichzelf. Ze zou vast een eigenwijze dame zijn. Tijdens het wachten, ontwaarde ik een jongedame die ik herkende. Ze was afkomstig uit de Zuid-Hollandse polder en had in het begin van de jaren zestig op de kostschool gezeten van de kweekschool van de Zusters van Liefde op de Oude Dijk in Tilburg. We hadden samen op de planken gestaan.
De middelbare school waar ik toen onderwijs genoot, speelde ter gelegenheid van het zestigjarig bestaan en de opening van de nieuwe gym- annex toneelzaal het stuk Moord in de kathedraal  dat tot teleurstelling van het publiek geen spannende Agatha Christie whodunit is, maar een neoklassiek treurspel van Thomas Stearns Elliot. Voor het koor van de vrouwen van Canterbury deden we als altijd beroep op de leerlingen van het meisjeslyceum van de Oude Dijk maar vanwege onbetamelijke gebeurtenissen achter de coulissen in het jaar daarvoor, kregen we geen nimfynen meer van het lyceum maar de wat rijper gevormde kwekelingen.
We breedspraakten de moord op Thomas Beckett en van het koor van acht vrouwen was degene die nu vlak voor mij zat te wachten op de spraaklerares de mooiste.
De spraaklerares was duidelijk te laat.
Ik tikte op de schouder van mijn actrice.
Ze keek om. Verwondering tekende zich af op haar gezicht en na een stugge groet merkte ze op: “Nu zul je die zachte g wel moeten afleren.”
Mevrouw BBK trad binnen. Ze legde uit wat het doel van haar spraaklessen was. Omdat we voor de lerarenopleiding hadden gekozen, moesten we niet alleen goed verstaanbaar, rustig en duidelijk leren spreken, maar ook de stem oefenen aangezien veel docenten spraakproblemen ontwikkelen, enzovoorts. Wie had er nog vragen?
En ik vroeg: “Wat vindt u van het gebruik van de zachte g? Moet je die veranderen in een harde?”
“Het is heel goed dat u dat vraagt,” zei mevrouw BBK. “Ik raad het gebruik van de schraperige harde g af. Iedere docent zou met een beschaafde zachte g moeten spreken. Het is veel beter voor de stem. Nee, gebruikt u rustig uw Brabantse g.”
De actrice heeft me nooit meer aangekeken.

De uitspraak van het Randstad Hollands is de laatste decennia aan het verkleuren. Dat hoor je vooral in de uitspraak van de tweeklanken ei/ij en ou [wordt aai respectievelijk aauw], de nog scherpere g, het afknijpen van de eindklank -en [afknaaipu], het sneller spreken en het lettergrepen inslikken [koonkhuis].
Het stadsdialect van Amsterdam en de wat bekakte uitspraak van het Gooi assimileren tot de taal van de televisie, dixit Helène van Roijen. De flex-taal is extreem te horen in STER-spots voor smeerseltjes en geurtjes. Vooral het Nederengels kleurt in dit Randstad dialect op. Fragrance [een Frans woord] wordt uitgesproken als frekrens en Conny van Breukhoven heeft het over insjektubuls [botoxspul om onder je huid te spuiten]. Mijnheer Driehuis van de Fara-telefisie kwis Per seconde wijzer kent de v en de z niet en noemt het Amerikaanse computerzoekprogramma “Koekel”. Ondertitelen dus dat spraakgebrek.

Anders gezegd. Ik denk dat de toestand van het zogenaamde Nedervlaams veel beter is dan veertig jaar geleden. Maar wie kijkt naar de nogal saaie Vlaamse televisie? Naar Van Gils en gasten? Ik vind hun Nederlands schoner dan dat van Flikken Maastricht, want die spreken Hollands. In Maastricht! Godmijaar! Een goede vriend van mij die in Oisterwijk woont en uit Gent afkomstig is, spreekt een prachtig Nederlands met een mooie licht ruisende g en een vleugje Oost-Vlaams als eens Hugo Claus. Zeer beschaafd. Dat zou de norm moeten zijn.

Jaren geleden had ik een zoontje van een opgekochte profvoetballer in de klas die hals over kop was verhuisd van de Randstad naar Brabant. Ik vroeg hem of hij al een beetje kon wennen. “Ja,” zei hij: “Tsaain bes luike mènse in Ojstewèèk, allein, se pwate so wraaw”. 

ÓJoannes Maas, juni 2009/2018


Noot: Elisabeth Kriebel was de tweede echtgenote van Johann Sebastian Brandts Buys. Ze noemden hem Hans en hij leefde van 1905 tot 1959. Het is bijna niet te geloven, maar hij werd geboren in een zeer muzikale familie en nog ongeloofwaardiger: hij was in zijn tijd de grootste Bachkenner van Nederland. Op 4 augustus 1945 huwde hij Elisabeth Kriebel. Zij gaf spraakles aan o.a. studenten die de lerarenvariant van de studie Nederlands volgden aan de Universiteit van Amsterdam.