donderdag 30 juni 2016

BIBLIOMANIA


Bibliomania   was de ziekte waaraan Boudewijn Büch leed. Een Büchernarr is een boekengek. Grappig dat Boudewijn Büch [heette eigenlijk Buch] zichzelf zo noemt.
                        Bibliomanen gaat het vooral om het bezitten, niet zo om het lezen. Geen wonder dat onder bibliomanen ook veel boekendieven schuilen.

Boekendieven zijn er in vijf soorten stelt de American Antiquarian Booksellers Association in een lijst voor boekhandelaren onder het motto “Ken uw vijand”.
Dit zijn ze:        1.         De kleptomaan die steelt omdat hij moet, uit innerlijke dwang
2.         De profiteur, die zijn buit doorverkoopt, gaat het om het geld
3.         De boze dief komt omdat hij boos is [hij is bijv. afgezet]
4.         De gelegenheidsdief; er valt makkelijk wat mee te nemen
5.         De boekenliefhebber die steelt omdat hij een boek moet hebben voor persoonlijk gebruik en niet kan of wil betalen; de bibliomaan dus..
En dan is er nog de boekhandelaar die zichzelf besteelt, omdat hij zo van
boeken houdt
Hoe een boekenverzamelaar begint met zijn hobby, meestal nog onschuldig en hoe die tot een passie of een obsessie uitgroeit, verhaalt Allison Hoover Bartlett in zijn boek: The man who loved Books too much. The true story of a thief, a detective and a world of literary obsession.
[Ed. Riverhead Books]
Het gaat de boekenverzamelaar om meer dan de inhoud van het boek; een waardevol boek appelleert aan alle zintuigen als een fysieke bijna seksuele ervaring door de geur, de aanblik, het aanraken, het bezitten. Veel boeken zijn onbereikbaar omdat ze zeldzaam en [dus] duur zijn. Welke arme lezer kan de eerste druk van Lolita, waarin een opdracht van Nabokov aan Graham Greene, betalen, als dat bij een veiling bij Christie’s voor 264.000 dollar wordt verkocht?
De liefhebber die teveel van boeken hield, is ene John Charles Gilkey. Hij begint met het rommelen met creditcardgegevens van rijke klanten van het warenhuis waar hij werkt; hij bestelt telefonisch boeken met de ontfutselde creditcardgegevens en laat ze zgn. door een ander afhalen. Ook verwijdert hij waardevolle prenten uit boeken; steelt eerste drukken bij tentoonstellingen in de bibliotheek, etc. Het boek verhaalt ook over andere beroemde boekendieven, maar niet over de volgende.
Een zeer typerend en even uitzonderlijk geval van bibliomanie kwam aan het licht in maart 2012. Toen berichtte Die Welt de arrestatie van een hoge ambtenaar uit Darmstadt in de hofbibliotheek van vorst Wittekind zu Waldeck und Pyrmont. Men had ontdek dat een zeldzame uitgave van Johann Friedrich Blumenbach: Handbuch der Naturgeschichte [1779] verdwenen was. Er werden camera’s geïnstalleerd en politie-inspecteurs verscholen zich in de bibliotheek. Ze zagen hoe de ambtenaar boeken in zijn tas, in zijn koffer, een jutezak en onder zijn trui liet glijden. Bij zijn arrestatie buiten bleek hij 53 boeken te hebben gestolen. In zijn huis waren er nog vierentwintigduizend ter waarde van meer dan een miljoen euro en afkomstig uit zestig bibliotheken in Duitsland, Nederland en andere landen. Het ging hem vooral boeken om zeldzame historische wetenschappelijke werken over o.a. geologie, mineralogie en fysica. Het hele huis stond er mee vol. Verkopen deed hij ze niet, tijd om ze te lezen had hij niet. Wel had hij in elk boek zijn naam gezet. ‘Hij was een hoffelijke man die anders dan de meeste bezoekers, vrij in de bibliotheek mocht rondlopen, zei de vorst. Dat men deze man niet heeft betrapt, mag een wonder heten. Blijkbaar worden de ordinaire thrillers van de openbare bibliotheek beter beveiligd dan vele zeldzame historische werken.    
            .          



zaterdag 11 juni 2016

GERARD KORNELIS VAN HET REVE AAN DE AMSTEL

NADER TOT U AAN DE AMSTEL

In 1966 verscheen bij Van Oorschot: Nader tot U van de schrijver Gerard Kornelis van het Reve. Ik kocht dit boek, vrijwel meteen na verschijnen, in een AKO op het Damrak, op weg van het station naar het Instituut voor Neerlandistiek aan de Herengracht. Het kostte zes gulden vijftig. Ongeveer evenveel als acht glazen Amstel bier van 30 cl bij café De Zwart. Een glas bier van 30 cl kost nu al gauw twee euro tachtig en een boek als dat van Gerard Reve negentien euro vijfennegentig.
Anders gezegd, vijftig jaar geleden was een vaasje Amstelbier acht keer goedkoper dan nu en een standaard boek zeven keer. Ofwel de bierindex is sterker gegroeid dan de boekindex en nog sterker generaliserend: de horeca is in vijftig jaar tijd vijftien procent duurder geworden dan de boekwinkel.
Het verschil is weer dat je hetzelfde boek na vijftig jaar nog kunt consumeren.

In Nader tot U - mijn exemplaar is ernstig verkleurd door plakbandlijm (ik kaftte alles in plastic anno toen) - staat een gedicht, [nou ja, tekst met afgekapte regels en veel wit noemen we een gedicht] en dat gedicht heet Allerzielen. Dat gedicht dat staat er zo in:

       Nadat we bij die en die gezeten hadden,
          gingen we bij je weet wel nog wat drinken.
       over een naamloos Graf van eeuwigheid.
Dinges was er ook, en zong een lied

Geniaal toch? Na al dat gezuip vergeet je niet alleen met wie en wat en waar, maar ook de juiste volgorde van de regels. Gekende verschijnselen van dronkenschap of was het toch haastige slordigheid bij de drukker?
Een najaar later (ik weet de datum niet meer, hoe zou het komen?) gaf Gerard Reve een lezing over zijn werk aan de vereniging van studenten Neerlandistiek, genaamd HELIOS. Waar? Ik lieg het niet: in de kelder van de Amstelbrouwerij. Maar er mocht niet gedronken worden voordat de lezing van Reve was afgelopen.
En die lezing was serieus en lang. Na zowat drie kwartier ging ik naar de bar van dat keldertje en bestelde een glas bier. Dat werd geweigerd wegens voorgenoemde afspraak. Ik fluisterde: 'Het is voor meneer Reve!' De tap werd geopend en er vulde zich een prachtig glas Amstelbier (het bier zijn schuim, niet de smaak). Het publiek en Teigetje en je weet wel keken dorstig opzij, terwijl ik het glas bier naar de lessenaar droeg waar Reve stond. En hij nam de kelk en zei: ''Deze man weet wat ik nodig heb."
Later na de pauze en de vragenstelronde en dan bier voor die en die, kreeg ik van Reve (dringen geblazen) een vel papier beschreven met een kroontjespen met het begin van een brief gedateerd 'Greonterp,
27 October 1966'. Aan de andere kant staat een gedicht, waarvan hier een kopie van de originele versie.

Dit exemplaar moet na vijftig jaar toch minstens tachtig vaasjes Amstel opbrengen. Er is wel een disclaimer. Gerard Reve maakte deze originelen expres voor zijn hebberige publiek. Hij schreef de gedichten uit Nader tot U over op de achterkant van gebruikt papier. Net als Willem Frederik Hermans deed. En wat ik ook doe. Een vorm van schrijversbijgeloof. Maar hoe die twee verwisselde regels in de gedrukte versie zo terechtgekomen zijn, blijft een vreemde vergissing van de letterzetter. Niet omdat de drukker teveel Amstelbier op had (hoewel...) maar zeer waarschijnlijker uit haast, want Van Oorschot had de verschijningsdag van het boek aangekondigd. De enorme stapel bij de AKO was in een uur tijd uitverkocht. Dankzij die uitgevershebzucht verscheen er dus een mooie misdruk van het Herfstlied. Of misschien had die drukker het wel met opzet gedaan. Om de bibliofielen te bevredigen. Ook die waren toen evengoed een miskende hebzuchtige minderheid.
Och ja, wat schrijf ik nou, na vijftig jaar op weg naar het einde.