Englandspiel.
Verraadtheorieën rond Prins
Bernhard.
[Leyeloren 19]
Engelandvaarders,
stoere knapen welgemoed, vluchtten naar Engeland en om te strijden tegen de Mof
werden ze gedropt als verzetsstrijder in bezet Nederland. Dat ging niet goed, want daar zaten dubbelspionnen bij.
De
Duitse contraspionage was het gelukt uit Engeland afkomstige geparachuteerde
geheime agenten te arresteren en "om te keren, " waaronder als eersten Th. Taconis en zijn marconist Huub Lauwers. Ze bleven hun
berichten naar Londen sturen, zonder dat ze daar argwaan kregen. Dat was
vreemd. Normaal was dat de berichten precies op afgesproken tijden en voorzien van
security-checks door expres ingebouwde fouten moesten worden verstuurd. Dan was alles in orde. Lauwers liet die afgesproken fouten achterwege en wanhopig geworden doordat de Engelsen dat niet opmerkten, vlocht hij herhaaldelijk het woord 'caught' in de berichten en verwerkte boodschappen in de zgn. jumbled letters, de letters die een boodschap voorafgingen en afsloten. En toch
kreeg niemand in Engeland argwaan. Zo vielen meer dan vijftig agenten in Duitse handen.
Volgens
nieuwe gegevens [Kittler: Gramophon e.a.]
zouden de Duitsers de berichten eerst op de band opgenomen hebben, waarin ze
vervolgens de juiste security-checks inbouwden. Dit
werd in bepaalde kringen (o.a. van de amateur-historicus Prof. Mr. A. Korthals
Altes die dit had van de eerste gearresteerde agent Lauwers) nogal
ongeloofwaardig gevonden.
De schrijver Willem
Frederik Hermans maakt zich echter boos en stelt dat NIETS, welke blunder dan
ook, echt NIETS argwaan wekte bij de Engelsen. Hermans haalt er de stukken bij
van het PEC (Parlementaire Enquête Commissie van 1946). Hij maakt aannemelijk
dat de Duitsers alles wisten en de Engelsen een stel sufkoppen waren die zelfs
de moeite niet namen om te controleren of de eerder gezonden agenten nog in
vrijheid waren. Hermans schreef hier een artikel over: Nog is het Engelandspiel niet uit. [NRC 10-07-1987, niet gebundeld]. Ook de rol van het koningshuis, m.n. van Prins Bernhard gaf aanleiding tot argwaan m.b.t. het lekken van oorlogsgeheimen.
Er
waren al veel vragen: rond de 14de mei 1940 – het vertrek van de
koninklijke familie en de regering; opnieuw rond de rol van sommige
Engelandvaarders (dubbelspionnen, zoals Van der Waals op wie Hermans de roman De donkere kamer van Damokles baseerde) en voor de derde keer
het mogelijke verraad van de operatie Market Garden [Een brug te ver] door King Kong, de strijdnaam van Chris Lindemans.
Over
deze dubbelspion die in kringen van prins Bernhard figureerde, schreef Willem
Frederik Hermans in opdracht van de NTS (nu NOS) een toneelstuk, King Kong, dat nooit is
opgevoerd – tenminste niet op tv. De reden daarvan wordt ook in de
correspondentie die Willem Frederik Hermans voerde met diverse betrokkenenen,
o.a. Carel Enkelaar van de NTS niet duidelijk. Vermoedelijk waren er
regeringsfunctionarissen – via de veiligheidsdienst – die niet wilden dat dit
stuk op de tv kwam. De suggestie dat Prins Bernhard de operatie Market Garden
had geloslipt tegen King Kong was al te nadrukkelijk aanwezig. Lindemans was toen
al dood (1946) en overleden aan mishandeling in de gevangenis – of aan een
dosis arsenicum – reden waarom zijn lijk in 1986 is opgegraven. Hij zou niet
vergiftigd zijn.
Overigens
zeurt Willem Frederik Hermans in de brieven voortdurend over het uitblijven van
de tv-vertoning en gierigheid bij de NTS, maar de ware toedracht blijft in
nevelen. Artistieke argumenten waren niet wezenlijk, technische van
ondergeschikt belang, maar dat de inhoud de reden was voor de boycot wordt niet
duidelijk. Dat kon ook moeilijk want de tekst is grotendeels gebaseerd op de
parlementaire enquêtecommissie die het verraad van Arnhem heeft onderzocht.
Zelfs Lou de Jong van het Instituut voor Oorlogsdocumentatie gaat in de pen.
Het zou alleen om slordigheden en vergissingen gaan. De vlam moest in de pan
blijven. A. den Doolaard omschreef het als ‘de grootste aller in de doofpot
gestopte spionagetragedies.’ De eerste de beste theatermaker ziet trouwens
meteen dat het stuk van Hermans als
toneelstuk een mislukt geval is.
Voor koningin en vaderland
Inmiddels
is Willem Frederik Hermans dood en stort een andere schrijver in de
thrillersfeer zich op dit thema: Thomas Ross.
Hij
maakt nogal veel werk van het drieledige verraad. In 2000 nam hij zich voor een
trilogie te schrijven met de fictieve Engelandvaarder Daan Kist onder de titel Koningin en vaderland. Zijn eerste
heette De dubbelganger. Het
Englandspiel komt aan de orde in De
anjercode. Het derde deel King Kong [naar
de verrader en het stuk van Willem Frederik Hermans] verscheen in 2006 en
vertelt over het verraad van de slag om Arnhem ofwel de operatie Market Garden.
Ook komt de beruchte ‘stadhoudersbrief’ - een brief die Prins Bernhard zou
hebben geschreven aan Himmler - aan de orde. “De strekking van de brief zou
zijn geweest om Nederland niet meer onder Duits burgerlijk gezag te plaatsen,
maar om de gehate Seyss-Inquart te laten vervangen door een Stadhouder
(Bernhard) waarbij de Oranjes geen rol van betekenis zouden spelen en
Nederlands-Indië onder Nederlands gezag zou blijven. Dat laatste was
buitengewoon aanlokkelijk voor Berlijn.” [cf. Ross: De anjercode, p. 3651 Himmler zou de brief op 10 mei 1942 aan
Hitler hebben overhandigd, maar hij zou die brief nauwelijks gelezen hebbend, minachtend hebben weggegooid.
Prins
Bernhard was uiteraard niet blij met deze beschuldigingen. Op 7 februari 2004
schreef Bernhard een woedende open brief over deze kwestie aan De Volkskrant. Hij ontkende de
‘stadhoudersbrief’ te hebben geschreven en stelde ook dat Ross hem ten onrechte
van het verraad van Arnhem betichtte. Het verweer dat Bernhard niet zelf meer
kon lezen, staat in de epiloog van King
Kong.