maandag 6 mei 2013

GOETHE EN DE KLEUREN


Goethe en de kleuren

[Leyeloren 12]

Johann Wolfgang von GoetheIn Door gevaarlijke gekken omringd schrijft Willem Frederik Hermans over Goethes buste in het Quai d’Orsay museum in Parijs: “ dat de grote dichter eerder als een seniele schizofreen, dan als een Olympiër is uitgebeeld." [p.134, zie afb.]

Verder vertelt Hermans wat anekdotes over schrijfmachines [Goethe had een Eckermann]. Op p. 510 staat een stukje over het belachelijk maken van theorieën, zoals de kleurenleer van Goethe. Over Goethes kleurenleer [Farbenlehre, Tübingen, 1810] zegt Hermans, die "kun je niet zonder maagkrampen volgen." Je kunt blauw [zwak] verbinden met rood [sterk] en je krijgt paars. Met bruin blijft alles bruin. Bruin heeft geen zin om vriendjes te worden met blauw. Dat typeert de theorie. Willem Frederik Hermans legt uit dat je wijsbegeerte belachelijk kunt maken, maar dat natuurkundige theorieën gebaseerd op empirisch onderzoek, niet belachelijk gemaakt kunnen worden. Goethe experimenteerde met prisma’s en zag de breking van het licht in regenboogkleuren, maar ultraviolet en infrarood kon hij niet zien. En wat je niet ziet, bestaat niet, denkt Goethe. Om het van dichtbij te kunnen zien, kocht hij een telescoop.
Het wetenschappelijk werk van Goethe, zegt Hermans, stelt niks voor, is zelfs lachwekkend. Boudewijn Büch, van Goethe idolaat, gaat hiermee akkoord als het over de kleurenleer gaat. Aan deze en andere fysische theorieën heeft Goethe veertig [!] jaar gewerkt,. Dat leverde tien dikke delen, volstrekte onzin op. Het zijn hersenspinsels als in Die Wahlverwandtschaften. Als zwavelzuur calciumoxide ontmoet dan is de zwavel zo geil van de kalk; dat de zwavel zijn waterstof afstoot en het calcium haar zuurstof; zodat zwavel en kalk zich met elkaar kunnen verenigen om gips te worden. De rest verdampt. Zo werkt het ook in de verliefdheid. Je hebt bijvoorbeeld wel of geen zielsverwantschap met de een [of die verwantschap is uitgeblust] maar wel met een ander. Dan wordt er gescheiden en verbonden. Zo verklaar je dat. Met metaforische analogieën. Schrijvers als Mulisch zijn er dol op, maar met wetenschap heeft het niets van doen. Bij Willem Frederik Hermans lees je niets over Goethe dan in negatieve zin. Hermans contra Mulisch; de geofysicus en de alchimist. Wittgenstein contra Tanchelijn.
Meer succes had Goethes Farbenlehre bij de antroposofen. Die zijn helemaal gek van de kleurentheorie. Het gaat hier om koppelingen aan metaforische ideeën over kleuren (rood = hartstocht; blauw = koel). Bij de antroposofen zijn dat geen subjectieve beelden van mensen over licht, maar denkbeelden en gevoelens van het licht zelf. Licht dat door een klein gaatje in de camera obscura valt, moet wel lijden! Licht dat pijn lijdt! Blauw licht dat intens en purper wordt, zoals een bleek meisje bloost en rose wordt. Zulke ideeën vind je bij Goethe en bij Steiner.
Die Steiner had beter eens kunnen nadenken dat je met "licht" in atomaire vorm, ik bedoel de toepassing van radioactieve straling in de oncologie, mensen kunt genezen. Daar zijn de antroposofen helemaal tegen - want atomair is slecht. Je moet een zieke met kleurentherapie benaderen. Je houdt hem een rood lapje voor als hij slap is of een blauw lapje als hij koortsig is. Als de zieke daar gevoelig voor is, dan wordt hij wel beter en als die geen gevoel voor kleuren heeft, dan gaat de sukkel dood. Denk aan Sylvia Millecam!
Ludwig Wittgenstein heeft ook over kleuren geschreven. Stelling 70 uit Opmerkingen over de kleuren, deel I. “ Goethes leer van het ontstaan van de kleuren van het spectrum is niet een theorie die onbevredigend is gebleken, maar eigenlijk helemaal geen theorie. Niets kan ermee worden voorspeld. Zij is eerder een vaag denkschema [-]. Er is ook geen 'experimentum crucis' dat ten voordele of ten nadele van deze leer zou kunnen beslissen.”
Och Goethe, zeker een interessante man. Hij werkte aan van alles tegelijkertijd. Een multitasker. Hij schreef twintig jaar aan zijn toneelstuk Faust. Over de duivel en een alchimist. Terug naar de middeleeuwse folklore. Over een man die zijn ziel verkoopt aan de duivel voor verse seks met Gretchen en haar blonde vlechten. Vast ook met die vlechten. Het eerste deel is nog geestig zoals het stukje met de pratende hond en kat in de kelder van de alchemist die voor Faust een viagradrankje bereidt, maar deel twee met al die heksen op de Walpurgisnacht op de Brockenberg in de Harz is onspeelbaar, maar leuk bedacht. Dus daar, op de Hexentanzplatte, is nu een grootse licht- en geluidsshow, voor toeristen dan. Wie heeft dit stuk ooit in zijn geheel gezien? 
Zoals bij veel schrijvers is het debuut ook meteen het beste boek. Goethe had iedereen beet met het lijden van de jonge Werther. Een klein meesterwerk in brieven met tranen bevlekt. Een zelfmoordsucces. 
Goethe bleef nog lang en gelukkig schrijven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten