KOEKELOEREN
Met een googlebril kun je koekeloeren. Dat is naar andere mensen kijken met een camera die in een bril is gemonteerd. Grote kans dat je met je hersens tegen een paal loopt, want de bril veroorzaakt bij de kijker een blinde vlek. Google denkt dat ze met deze bril een geweldige uitvinding heeft gedaan, want met dit google glass heb je een soort gids in je ogen. Je loopt langs een gebouw en met wat hoofdschudden, krijg je volledige informatie over hoe, wat en wanneer van dat gebouw. Wie interesseert dat, behalve de freaks?
Er zijn zeker toepassingen denkbaar die zeer nuttig kunnen zijn. Bij hersenoperaties, reddingsacties in een ingestorte mijn, zulke zaken. Maar de meeste google-aars zijn gluurders. En dat gedoe is al heel oud.
Op het strand van Westkapelle had je van die oude vissermannen die met een koekelglas, dat is een verrekijker, naar schepen tuurden die er helemaal niet voeren, want Westkapelle heeft geen visserhaven en in de verste verten kwam er geen schip voorbij, dat je met dat koekeloerglas kon waarnemen. Maar wat was er dan wel te koekeloeren; ruim een halve eeuw geleden?
Op het strand van het streng gereformeerde Westkapelle lagen zeer schaars geklede zonnebaadsters uit Duitstalige streken. Op onderstaande foto, anno 1959, zie je de mannen staan bij een achtergelaten Amerikaanse tank. Geen dorp dat zo geleden heeft onder de bevrijding!
Terwijl de moeders de andijvie gaan doodkoken, staan hun mannen op de dijk naar de einder te loeren of een praatje te maken. Wat let hun om af en toe hun koekelglas te richten op het blanke blote strand.
Foto anno 1959, gepubliceerd in mijn boek Zwindingen.
Het woord google is van oorsprong een germaans woord [koekel] van Gucken, wat kijken betekent.
zaterdag 8 november 2014
WASEM
Wazig
sonnet
[Leyeloren 36]
Ik
hou heel veel van schele poëzie
Meer
nog van wazige gedichten
Sprekende
en doorleefde gezichten
Het
maakt niet uit van welk of wie
Je
hebt er bij met afgesneden oren
Mombakkesen
bevlekt met acroniemen
Lamentabel
gewrochte metoniemen
Knobbelneuzen
krom van metaforen
Och
was ik maar een plantenpot
Vol
zonnebloemenbladmuziek
Dat
uit mijn pitten parfums vloeien
Hoor
mij met mijn letters stoeien
Op
guichelblaadjes van plastiek
In
uilenspiegels waast de zot
©JM
september 2014

Nog waziger sonnet

Nog waziger sonnet
Ik
grimmel graag met wazige poëzie
Gestold
in tufstenige structuren
Verdichte
aanzichten vol plamuren
Het
schimmert niet van wat of wie
Je
hebt er met versneden anaphoren
Mombakkesen
bepust met acroniemen
Lamentabel
gewrochte metoniemen
Krakkelneuzen
krom van metaforen
Och
was ik maar een plantenpot
Vol
zonnebloemenbladmuziek
Dat
uit mijn pitten parfums vloeien
Hoor
mij met mijn letters stoeien
Op
guichelblaadjes van plastiek
In
uilenspiegels verwaast de zot
©JM
september 2015
donderdag 6 november 2014
HERFSTBROUWSEL
k
Het natte herfsttij schijnt er weer aan te komen
Maar dat interesseert me geen Westmallemoer
Ik zit paterbier te drinken op de duivenkoer
Treurend blad valt uit de hoge wilgenbomen
In de herfst moeten wij om onze doden rouwen
Maar wat hebben die arme zielen daar nu aan
Ik drink liever een dubbel gehopte Franciscaan
Wat kunnen die minnebroeders lekker brouwen
Tripel Trappe, blonde Afflighem en bruine Leffe
Wat let mij om steeds het schuimend glas te heffen
Gouden herfstbock tegen grauwe mistroostigheid
Laat de geleegde drankbokalen nog eens vullen
De kroegmeid streelt mij met haar blonde krullen
Verdrijft de herfst in mij met haar rondborstigheid
©Joannes Maas
Herfstmaand, 2014
|
Abonneren op:
Posts (Atom)