dinsdag 15 april 2025

Kan een machine pijn voelen?

 

Kan  een machine die au zegt ook pijn voelen?

 

Deze vraag stelt Rudy Kousbroek in de jaren tachtig in een essay dat in 1990 werd gepubliceerd in de bundel ‘Einsteins poppenhuis’.

Het is jammer dat Rudy Kousbroek niet meer leeft (hij stierf in 2010) maar het zou  interessant zijn hoe hij nu na bijna veertig jaar die vraag zou beantwoorden, Rudy Kousbroek stond erom bekend dat hij een speelse geest had, die de meest krankzinnige vragen met humor beantwoordde in een doorwrocht essay en dat hij de strijd aanbond met verspreiders van desinformatie en kunstmatige domheid. Hij had dit gemeen met een aantal schrijvende generatiegenoten: Henk Hofland -Tegels lichten- W.F. Hermans: Kan de tijd tekens geven? en Jaap van Heerden - Kan een gelovige machine paus worden? Al in de jaren tachtig was kunstmatige intelligentie een onderwerp dat kritische schrijvers bezig hield.

 

Nu ongeveer 40 jaar wordt de vraag of machines bewustzijn kunnen hebben nog interessanter omdat de makers van Kunstmatige Intelligentie beweren dat het niet lang meer zal duren of er is zo’n computergestuurde machine die bewustzijn heeft. De vraag is dus nu of zo’n machine kan bestaan.

De eerste kwestie is waarom men denkt dat dit met KI mogelijk is. KI wordt door Wikipedia gedefinieerd als ‘’het nabootsen van menselijke vaardigheden zoals het aanleren (van iets), redeneren, anticiperen en plannen om zichzelf automatisch (aan en) bij  te sturen. ’En: ‘een superintelligent computersysteem zou in staat zijn de mens op elk vlak te verslaan  met inbegrip van wetenschappelijke creativiteit, algemene kennis en sociale vaardigheden.’  Dat is nogal wat. Omdat dit vooral vaardigheden zijn die op het gebied van de taal liggen (kennis verwerven, redeneren) is het ontwikkelen van een taalmodel van groot belang. 

Voor het 'trainen' van AI-systemen worden miljarden tekstfragmenten en afbeeldingen uit het internet gebruikt en zonder bronvermelding in de resultaten verwerkt. Hier past even een persoonlijke noot. Toen ik zeven jaar geleden druk bezig was met het schrijven van een boek kreeg ik via het correctievenster van Google of Microsoft het verzoek of ze mijn teksten mochten gebruiken voor onderzoek (welk onderzoek vermeldden ze niet).  Dit was dus voor wat nu LLM heet: Large Language Model. Dit is ‘een specifieke techniek binnen kunstmatige intelligentie. Die enorme hoeveelheid tekstdata stelt het model in staat om allerlei soorten teksten te ‘begrijpen, vragen te beantwoorden, zinnen af te maken, en nieuwe teksten te generen die menselijk overkomen.’

 

Door het voortdurend trainen van deze AI modellen (machine learning) en door de enorme toename van geheugenopslag is Chat GPT de laatste jaren snel opgekomen; vandaar de hoogmoed van sommige ontwikkelaars dat zij uiteindelijk een computersysteem kunnen maken dat zich van zichzelf bewust is, dat pijn kan voelen.

 

Dat brengt ons bij de tweede kwestie. Wat is bewustzijn?

Daarvoor bekijk ik een op You Tube een opname van twee colleges van Jacob Jolij. Jolij is cognitief neurowetenschaper aan de Groningse universiteit en doet onderzoek  naar  bewustzijn.  Het antwoord in eerste instantie is simpel: mind (geest/bewustzijn) is wat het brein doet; bewustzijn is een product van onze hersenen, is wat ons tot mens maakt. Jolij vindt dit een beperkte definitie en wil daarom verder onderzoek doen. Hoe  werkt dat met die zenuwcellen en synapsen (wat het brein doet) en zelfs wat doen dan al die kwantumdeeltjes in ons brein, wanneer we een bewuste ervaring hebben. Is er een verband tussen wat in ons brein gebeurt en de toestand van deeltjes in het universum? 

In het tweede college probeert Jolij hierop een antwoord te vinden; hoe bewustzijnservaringen passen in een natuurkundig model. Wat is de koppeling  tussen ons denkvermogen en de kwantummechanica? Omdat in ons brein allerlei ervaringsdeeltjes (qualia) rondzwerven maken die deel uit van het universum. Een bepaalde kwantumdeeltjestoestand hoort bij een bepaalde bewustzijnstoestand, Jolij heeft geprobeerd of een collectieve bewustzijnstoestand m.n. op festivals (omdat festivalbezoekers een collectieve ervaring delen) invloed hebben op meetapparatuur door het plaatsen van nummergeneratoren op het festivalterrein van Lowlands. Heeft de collectieve denkkracht invloed op die gegenereerde  getallenreeksen? Er gebeurde wel iets met die nummergeneratoren, maar de uitkomst van het onderzoek is moeilijk te duiden; want in een vergelijkbaar onderzoek gebeurde er niets. En: ‘Op scans is dat bewustzijn niet zichtbaar. Je ziet hersenactiviteit die je kunt relateren aan wat een onderzoekdeelnemer doet of rapporteert. Maar het is niet de bewuste ervaring zelf. Die kun je niet meten, die blijft ongrijpbaar.’ Anders gezegd: Jolij heeft niets aangetoond, dus hadden we onze tijd maar niet verspild aan You tube filmpjes, maar een boek gelezen, zoals De Maniac van Benjamin Labatut. Hoewel op de titelpagina staat dat dit een roman is, gaat het over een bestaand persoon en over een machine (vandaar de c ook in de vertaalde versie) die hij gebouwd heeft; respectievelijk John von Neumann en de computer, allebei De MANIAC

Neumann was als geniaal wiskundige al betrokken bij de bij de bouw van de eerste atoombommen die tegen Japan gebruikt werden ofwel het Manhattan project in Los Alamos. Gek genoeg komt von Neumann in de film Oppenheimer niet voor.

 

 

‘Een algoritme-technologie zoals het menselijk brein is nog niet voor vandaag of in de verre toekomst. De kracht van de menselijke intelligentie is dat mensen razendsnel van gedachten kunnen wisselen en inspelen op onverwachte situaties. De basishandelingen van een mens worden automatisch aangestuurd door de hersenen. Zodra iemand een bepaalde vaardigheid niet bezit, gaat hij nadenken [-] wat leidt tot nieuwe beslissingen en leervermogen.' Maar ‘Een kunstmatig neuraal netwerk is niet hetzelfde als een biologisch neuraal netwerk. Een kunstmatig neuraal netwerk wordt met een technologie  gerealiseerd, terwijl een biologisch neuraal netwerk (zenuwcellen en synapsen) bepaalt hoe mensen kunnen denken.’ En dan is er nog intuïtie: een ingeving, een vorm van direct weten zonder dat dit beredeneerd is.  Hoe je dat in een logisch model moet inbouwen is een raadsel.

 

Het is zoals Rudy Kousbroek is al veertig jaar geleden schrijft: ‘Van de belangrijkste en karakteristiekste der bewuste mentale verschijnselen begrijpen wij vrijwel niets. [… ]Kortom, er is geen model voor het bewustzijn. [i]

 



[i] Rudy Kousboek: Einsteins poppenhuis. In de gelijknamige bundel, Meulenhoff, 1990. De overige citaten komen van Wikipedia.