TODESARTEN 1:
[LEYELOREN 2]
Niebla [Nevel]is de titel van een Spaans boek waarin de wereldberoemde zin staat: Elk nadeel heeft zijn voordeel.
Een schimmig geval dit boek, waarin de schrijver ruzie
krijgt met de hoofdpersoon over diens doodswijze. Is dat eigenlijk wel een Nederlands
woord? Vast een germanisme. Dit woord las ik in een boek van Joke Hermsen:
Stil de tijd, waarin een essay staat
over Ingeborg Bachmann.
Ingeborg Bachmann wilde een trilogie maken die Todesarten zou moeten heten, maar die
kon ze niet voltooien omdat ze stierf aan de gevolgen van een pijnlijke
Todesart, nl. door een brand in haar flat. Waarschijnlijk is ze met een
brandende sigaret in haar hand in slaap gevallen, [zoals ooit mijn hospes
Willem, ober bij café De Zwart; hij had een paar verbrande vingers.]
Bachmann overleed in een ziekenhuis in Rome. Zo verscheen alleen deel 1: Malina, door Werner Schroeter naar een
script van Elfriede Jellinek verfilmd. IJverige letterenstudenten hebben tien
jaar lang uit de enorme zooi aan nagelaten papieren, blaadjes, aantekeningen in
agenda’s etc. deze trilogie geconstrueerd. Dit ‘boek’ het Todesarten- projekt is
nog te koop voor ongeveer 700 euro.
Terug naar het schimmige boek.

Het boek verhaalt een tragische liefdesgeschiedenis, die
me doet denken aan de affiniteiten-theorie van Goethes Wahlverwandtschaften. Mensen
gaan onderling combinaties aan op grond van een gevoelsverwantschap; als bij
een chemisch proces van wederzijdse aantrekking of afstoting. Verstandshuwelijken,
gebaseerd op rede en niet op gevoelens van affiniteit gaan eraan te gronde, zoals in Goethes boek.
Hoe zit dat in het Spaanse boek?
De schrijver, Miguel de Unamuno, noemt het genre van zijn
boek een nivola [vertaald als nevelle]. Hij wil het geen novella [roman]
noemen, maar hij gebruikt de variatie in het woord -dat wij kennen als
nieuwtje- ook in de betekenis van nevel.
Tot op tweederde is het een vrij traditioneel verhaal
(als een operalibretto), zij het dat de hoofdpersoon het idee heeft dat hij
niet echt bestaat, dat wij mensen een bedenksel zijn en dat we omtrent de zin
van alles in nevelen leven. Vandaar de titel. In het stadje zonder naam kent
iedereen elkaar, weet iedereen van elkaars leven en lotgevallen, behalve de
hoofdpersoon Augusto, die niet veel uitvoert – hij schijnt rechtskundige te
zijn, een rijke nietsnut. Hij is verliefd op Eugenia, een pianolerares, die
niet van pianomuziek houdt. Maar Eugenia is verliefd op Mauricio, een arme
nietsnut. Dus daar moet een vierde element bij Rosario, het meisje dat de was
verzorgt bij Augusto. Augusto doet het zolang met Rosario, want Eugenia is te
sjiek om het met haar al voor het huwelijk te doen. Toch gaan Augusto en
Eugenia trouwen, [het huwelijk wordt door geld gekatalyseerd] waarop
Mauricio en Rosario met elkaar aan de zwier gaan. Maar de dag voor het huwelijk
vlucht Eugenia met haar eerste vriend. Nu is Augusto alleen en omdat Rosario van
nederige komaf is, kan hij in dat roddelstadje daar niet mee verder; dus hij
wil zelfmoord plegen. Zijn leven is zinloos geworden. Boos zoekt hij daarom
zijn schepper (de schrijver) op, maar die wil niet dat Augusto zelfmoord pleegt. De auteur heeft
Augusto verzonnen en ontkent de vrije wil van zijn hoofdpersoon. Die persoon bestaat
niet echt; hij is een literair verzinsel en heeft niks te willen. De schrijver
bepaalt de Todesart, niet het personage. Dus moet Augusto
natuurlijk sterven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten