Een bruine beer die in een oud kasteel woont, in een
schichtige auto door de zwarte bergen rijdt en een merkwaardige relatie
onderhoudt met een jonge poes; we kijken er niet vreemd van op. Verhalen met
dieren die als mensen acteren zijn ons samen met de babypap ingelepeld.
In sprookjes is het voorkomen van sprekende dieren in
interactie met mensen een gewone zaak. De wolf maakt een praatje met een jong
meisje, waarna hij er snel vandoor gaat om haar in het bed van haar grootmoeder
op te wachten. We vinden er niets raars aan.
Maar wel zouden we boos worden als we vertellen dat Nijntje
met kerstmis in de braadpan heel smakelijk wezen kan of onze handtas van
poezenvel is. Dan overschrijden we de grens tussen het literaire en het echte
dier.
Wat doet de literatuur met het dier?
Al sinds de mens verhalen vertelt, is het dier of
verhaalonderwerp of verhaalpersoon.
Het meest populair zijn verhalen over katten. Als een
columnist even niks weet, dan is de kat de klos. We kunnen ook niet nalaten
menselijke eigenschappen aan dieren toe te schrijven. In De tijgerkat van Giuseppe Tomasi di Lampedusa lezen we dat de
papegaaien op de zijden wandbekleding in de rococosalon die als kapel wordt
gebruikt, ‘onder de indruk hadden geleken van het gonzend bidden van de
rozenkrans’. Dit antropomorfiseren, het toeschrijven van menselijke
eigenschappen aan dieren komt in alle culturen en literaturen voor. Een kind
groeit op temidden van knuffelbeertjes, paashazen, Donald Ducks en Little
Pony’s. We praten tegen onze (fantasie)dieren alsof ze ons zouden begrijpen. We
leren al vroeg onze eigen gevoelens en beelden op het dier te projecteren. En
soms spreekt het dier terug. De hond begroet likkend en blaffend zijn baas, de
kat mauwt en de goudvis zegt niks.
Nochtans in principe blijft het dier een beest. Het gaat in
de echte wereld niet aan tafel in het Brabants Dagblad lezen of zich verkleden
als de Markies van Carabas. In verhalen kan dat allemaal wel. De kat als
columnonderwerp is een beproefd recept, maar het beest is daarin een literair
sujet, geen literair figuur. Laat ik mijn kat echter optreden onder de naam Tom
Poes om Heer Bommel uit de sores te halen, dan is Poes wel een literair
persoon, omdat hij optreedt als een zelfstandig denkend en handelend wezen,
zoals de meeste mensen.
Zeven aandachtspunten:
- Het dier in mythische zin – pre christelijk [Hindi – klassieke tijd]
- Het dier in het volksgeloof [oude sagen door Grimm etc opgediept – Dracula]
- Het dier in de middeleeuwen – fabel, dierenroman - meestal satirische – zin.
- Het dier in de filosofie van de preutse 19de/20e eeuw – een onderwerp voor moraliserende kinderverhalen
- Het dier in strips
- Postmoderne dieren: [bijv. bij Charlotte Mutsaers]
- Commerciƫle toepassingen: het totaal ontdoen van dierzijn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten