2014-06-21
Reis naar het einde van de tijd [Voyage au bout de la nuit]
In het café van de verloren jeugd [Dans le café de la jeunesse perdue]
Bij boekwinkel Livius zag ik begin juni op de aanbiedingentafel een boek
liggen van Patrick Modiano; een boek dat ik een jaar of vijf geleden, geleend
van de bibliotheek, had gelezen. Ik had er nostalgische herinneringen aan,
zonder te weten waar het verhaal eigenlijk over ging. Ik was vooral
geïntrigeerd door de titel en nog meer door de naam van het hoofdpersonage.
Modiano vertelt zijn
verhalen in melancholieke ongrijpbare en toch in helder verwoorde zinnen. Vage
herinneringen, flarden van ontmoetingen van vage personen op plaatsen, die
hoewel met hun ware toponomie aangeduid, toch nevelig blijven. Een astronomie
van donkere boulevards, steile straten, goedkope hotels, stoffige kantoren,
vergeten boekwinkels, sombere kerkhoven [Montparnasse], nachtelijke
metrostations, lege parken, doodlopende stegen en vooral cafés bewoond door
verlopen artistieke figuren, verzopen criminelen, een beetje café De Zwart in
Amsterdam, maar intens melancholischer. Modiano’s wereld heeft dezelfde sfeer
als de locaties van Fellini. De verlaten bouwplekken waar het circus staat. De
troosteloze clowns, de ratelende bioscoop, de versleten hoeren. De accordeon
speelt Amarcord. In het boek van Modiano heten die plaatsen neutrale zones. En
dan zijn er nog ergere plekken; de zwarte gaten van de stad. Zijn literaire
atlas.
Het boek bij Livius is gebonden. Lelijke omslag in de Franse driekleur. Het
kost maar 2,50.
Er zaten deukjes in de kaft. Ik kreeg het voor niets.
In dit boek las ik dat één van de vertellers in kantoorboekhandel, Mattei,
aan de Boulevard de Clichy een boek vindt, dat Reis in het oneindige heette.
Omdat de oranje kaft was gescheurd, kreeg zij het voor niets.
Modiano's boek heet In het café van de verloren jeugd. Ja, daar
ben ik vaak gekomen. Het heette alleen niet de Condé. Maar het verhaal dan, dat
draait om dat hoofdpersonage, over die ongrijpbare jonge vrouw en zij heet
Louki. En de mijne heet Roekie.
Geen schrijver zonder de muze van zijn verloren jeugd.
Hoe vaak liepen we niet urenlang door de verlaten lanen van de verbroken
dromen, de stad uit op zoek naar de horizon? De reis naar het midden van het
zuiden, waar het altijd twaalf uur is. Waar de tijd stilstaat.
Het gaat niet om het doel, maar om het verlangen.
Aanvullingen/Noten
· In de Middeleeuwen liep daar een pad dat
‘Le Chemin de la Chasse’, heette. Richting het zuiden. De Midi. Dat pad ging
men al gauw Chasse-Midi noemen. Van Chasse werd in de volksmond Cherche’
gemaakt. Voor de oorlog zat er een horlogemaker die de zaak ‘Au Cherche
Midi’ had genoemd. [Bron: Jan Siebelink, De
blauwe nacht, 2014].
· In het boek -In het
café van de verloren jeugd - zit een geheim, dat de oppervlakkige lezer niet
opmerkt. Het raadsel van de verloren jeugd zit in de geschiedenis van de ouders
van Louki en daardoor van Louki zelf. Een zwart gat. Het grootste zwarte gat in
de geschiedenis van Europa. Ook in Villa Triste worden gebeurtenissen uit de Tweede Oorlog ontweken.
Wie het weet, leest het boek anders.
· In die buurt was ook een militaire
gevangenis: Cherche-Midi, waarin o.a. Dreyfus werd opgesloten voor hij
verbannen werd.
· Manet van Montfrans schreef in het
tijdschrift Tirade okt. 2008 een exegese over de allegorische
gelaagdheid van Het café van de verloren jeugd, onder de titel: Dante
bij Modiano: een goddelijke komedie in Parijs.
· Het stukje hierboven over Modiano werd
geschreven op 21 juni 2014. In oktober kreeg Modiano de Nobelprijs voor
literatuur. Enig causaal verband kan niet worden uitgesloten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten