Klokken luiden
[Leyeloren 37]
Het woord klok is een onhandig woord, omdat we er zowel het
uurwerk [de kast met raderwerk], de wijzerplaat, het slagwerk [bijv. in een
pendule] en de luiklok mee bedoelen. In de late Middeleeuwen (nooit vroeger
zeggen) had je kerken zonder wijzerplaat op de toren, maar wel met een hamer of
klepel, die op gezette tijden een bel deden klinken. En een touw natuurlijk
voor als de pleuris losbrak. Zo wist ieder in stad en land, hoewel ze geen klok konden kijken, toch hoe
laat het was. Een klok, of liever een bel, zonder gezicht, tref je veel aan in
Engeland ( maar ook in Hoogeloon). De tijd is hoorbaar, maar onzichtbaar. Op de
123 meter
hoge toren van de kathedraal in Salisbury zitten geen wijzers. Maar voortdurend
tingelt de tijd.
In de Oude Kerk te Delft hangen twee luiklokken; de
Trinitasklok en de Laudateklok. De Trinitasklok is een
bourdon, de zware klok, die 9000 kilo weegt bij een diameter van 230 cm. Deze
klok wordt zelden geluid, alleen bij bijzetting van leden van het Koninklijk Huis.
De toren hangt al twee meter uit het lood, dus is men bang dat dit erger wordt
als die zware klok in beweging komt. Wel klinken de hele en halve uren, maar
dan wordt de klok geslagen. Dat gebeurt met een hamerwerk.
Over deze klok schreef ik de volgende brief
Geacht kerk/museumbestuur,
Dinsdag jl. bezocht ik de Grote Kerk in Delft. Toen ik de
grote klok hoorde luiden [dit moet ‘slaan’ zijn JM], herinnerde ik me dat
ik het geluid van deze klok voor het
eerst moet hebben gehoord in het Philipspaviljoen op de wereldtentoonstelling
in Brussel in 1958. Met het geluid van die klok begint het Poème electronique van Edgard Varèse. De dame aan de balie kon dit
echter niet bevestigen. Het zou de Bourdonklok van de Notre Dame in Parijs
[kunnen] zijn.
Volgens Roland de Beer [De Volkskrant, 29 mei 2009] begint Poème électronique met het geluid van de
grote klok van Delft. Ik neem aan dat hij daarmee de klok in de Oude Kerk
bedoelt. Varèse heeft dit stuk van acht minuten met allerlei echte en
electronische geluiden [samples] in elkaar geknutseld in een geïmproviseerde
studiokeet van Philips in Eindhoven. De compositie werd via
vierhonderdvijfentwintig luidsprekertjes afgespeeld in het Philips paviljoen op
de Expo Brussel in 1958. Het heeft nog enige moeite gekost om aan de originele
opnamen te komen. [Op You Tube vind je meest electronische versies, namaak
dus]. De mastertape van Konrad Boehmer en Kees Tazelaar is in het bezit van het
Institute of Sonology van het Haagse conservatorium.
Volgens Wikipedia heet de zwaarste klok [Bourdon] in de Oude
Kerk de Trinitasklok en worden de hele en halve uren gehamerd en niet geluid,
want anders valt de toren om.
Kunt u bevestigen dat het de Trinitasklok is die het Poème électronique inleidt?
De deskundige van het museum/kerkbestuur kon dit niet
bevestigen. Volgens hem was de klank een beetje anders, iets hoger. Dat is
precies het commentaar dat mensen geven die de klok via een you tube filmpje
hebben beluisterd.
Een bourdonklok die alle Nederlanders wel kennen staat of
liever hangt op de Waalsdorpervlakte. Elk jaar wordt die geluid ter gelegenheid
van de dodenherdenking.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten