Boekenvreters
Over de boekenpest schreef Boudewijn Büch in het
gelijknamige boek het volgende: “Dit boek zal over tien jaar voorzichtig
aangepakt moeten worden. Over dertig jaar zal het gedeeltelijk uit elkaar
gevallen zijn en over een halve eeuw zal het geheel verpulverd zijn.”
Deze voorspelling schreef hij dertig jaar geleden op. De zin
staat in de derde druk van april 1988. De uitgave die ik bezit is een paperback
gedrukt op houtvrij papier. Er is ook een gebonden versie (475 stuks, een
nieuwjaarsgeschenk van de uitgeverij) gedrukt op synthetisch, honderd jaar
tegen zelfvernietiging bestand 110 grams Polyart 2-‘papier’. Het gaat mij niet
lukken om te zien hoe (het met) deze dure editie zal zijn vergaan in 2088, dus
bericht ik u over de huidige conditie van mijn goedkope druk van dertig jaar
geleden. Dat boek zou nu uit elkaar gevallen moeten zijn. Maar dat is niet zo.
Het boek ziet er prima uit. Niet verkleurd, verzuurd of vergeeld. Wel gelezen,
maar niet geknakt of beschadigd. Tweedehands gaaf, zou ik zeggen. Altijd in de
boekenkast gestaan in de studeerkamer beschermd tegen direct zonlicht. Dus de prima
conditie van zijn boek heeft BB destijds niet voorzien. Had ik het dertig jaar
in de zon gelegd achter het voorraam, dan zou het er minder florissant hebben
uitgezien, maar vergaan? Inmiddels weten we ook dat synthetisch materiaal door
zonlicht op den duur verhardt, vergeelt en verbrokkelt. Dus ook daar heerst het
verval.
In Boekenpest staat
een stuk over virussen, schimmels en bacteriën die uit verzuurde en door
insecten aangevreten boeken overslaan op de bibliothecarissen. Büch vroeg zich
af of het lezen van aangetaste boeken dodelijk of gekmakend kan zijn. De
ziektekiemen leiden bij deze boekenbergers niet zelden tot infecties en
krankzinnigheid en soms zelfs tot de dood. Boudewijn Büch kon het weten, want deze
boekenmaan had zichzelf benoemd tot bibliopsychofarmacohistoricus. Op bladzijde
144 schrijft hij: “Als een boek niet vanzelf uit elkaar valt, is het bij machte
mij stervend op de bibliotheekvloer te doen neerzijgen.” En dat is dus gebeurd.
BB werd in november 2002 dood aangetroffen in zijn immense boekenhuis.
De ichtobibliofaag
Dat ook een vis tot een gevaarlijke vijand van de
literatuur wordt gerekend, is toch opmerkelijk. We weten dat een walvis de
profeet Jonas heeft opgeslokt en na een tijdje weer uitgespuugd, maar geloven doen
we het niet. Ook bestaan er veel variaties van het verhaal dat een vis een
weggeworpen ring opslikt, welke ring dan weer opduikt in de keuken van de wegwerper.
Maar dat een vis een boek op zijn menu had staan is waarlijk gebeurd. Al is het
wel het enig bekende geval van ichtobibliophagie. In 1626 trof een vissersvrouw
in Cambridge een boek aan in de buik van een kabeljauw. De vis heeft het boek, dat
gewikkeld was in een zeildoek, waarschijnlijk opgepeuzeld voor de kust van Norfolk.
Kort daarna werd hij gevangen en naar de vismarkt in Cambridge gebracht. Daar
werd het boekje bij het villen in de vis aangetroffen.
Het formaat van het boek – sextodecimo - is precies
hetzelfde als een Prismapocket maar met de leren kaften van toen en verpakt in een zeildoek, moet het een
behoorlijk zware hap zijn geweest. Ook de inhoud viel niet mee. Die bestond uit
drie tractaten van de 16de eeuwse Puriteinse prediker John Frith die
o.a. gingen over de voorbereiding op het kruis en de dood. Dit laatste had de
vis nogal letterlijk genomen. Met de schrijver is het ook niet goed afgelopen.
Hij werd wegens ketterij gevangen gezet in een viskelder in Oxford en is in 1533
aan de brandpaal opgestookt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten