donderdag 12 november 2020
dinsdag 10 november 2020
Kafka's bijl
Kafka's bijl
De nieuwste
Nederlandse vertaling van Das Schloss van Franz Kafka luidt: Het
Kasteel in plaats van het gebruikelijke Het Slot. Hoe komt dat?
Vindt de vertaler, Willem van Toorn, Slot
een ouderwets woord? In het Engels is de gebruikelijke vertaling The Castle,
omdat het Engelse woord slot alleen slot = sluit(ing) betekent, zoals in deurslot. Zouden we het boek niet kopen, omdat Van Toorn bang is dat we denken dat het over sloten en sleutelmakers gaat?
Het woord slot voor een burcht, ligt dichter bij de wereld van Kafka, omdat het de bijbetekenis heeft van gesloten, moeilijk toegankelijk, terwijl een kasteel, zowel een grimmig (Grimm!)bouwwerk als een sprookjespaleis van Disney kan zijn. Een Engelse illustrator heeft de omslag zelfs voorzien van een foto van Neuschwannstein; het archetypische sprookjeskasteel. Die illustrator heeft het boek duidelijk niet gelezen. Een slot roept al meteen sombere gevoelens op: moeilijk bereikbaar op een bergtop, dikke, hoge muren, geen ramen. In de nacht een zwart en dreigend silhouet. Maar bij Kafka zelfs dat niet.
Het was laat in de avond toen K. aankwam. Het dorp lag diep
onder de sneeuw. Van de berg waarop het slot stond, was niets te zien, hij was
omgeven door mist en duisternis, zelfs niet het zwakste schijnsel duidde aan
waar het grote slot lag. Lange tijd stond K. stil op de houten brug die van de
grote weg naar het dorp leidde, en keek omhoog in de schijnbare leegte.
Dat Het
Slot een vertaling is die beter past bij Kafka, komt niet alleen omdat hij zijn hoofdpersoon, genaamd K. laat dwalen in een onbegrepen leegte, waardoor hij nooit toegang krijgt tot het slot, maar ook omdat Kafka dat
als jongeman zelf zo formuleert in de brieven aan zijn vriend: Oscar
Pollak. Volgens Kafka werkt menig boek als een sleutel naar vreemde zalen in ons eigen slot en moet een boek zijn als de bijl voor de dichtgevroren zee
in ons.
Een boek: als een bijl, de ijsbreker van ons bevroren gevoel en als de sleutel die het slot opent naar de wereld van onze verbeelding. Niet dat van het sprookjeskasteel van Neuschwannstein, maar dat van ons
eigen spookslot met zijn vreemde zalen; het huiveringwekkende doolhof van ons hart en ons brein.
maandag 4 mei 2020
Rotterdam mei 1940
Deze foto’s zijn scans van drie originele afdrukken van foto’s gemaakt in Rotterdam mei 1940 na het bombardement. Ze lagen in een mandje in de slaapkamerkast van mijn ouders. Op de achterkant heeft mijn vader de locatie opgeschreven.
Bovenste: Duitse parachutisten boven de Maasbruggen [zie naschrift]
Midden: spoorviaduct bij De Beurs (rechts de Laurenskerk)
Onder: Van Hogendorp(s)plein bij de Coolsingel.
maandag 30 maart 2020
De Schreeuw
Dat vond hij blijkbaar toch te deprimerend.
maandag 27 januari 2020
SEMIOTIEK - Interpretatie van taal en tekens
De semiotiek ging oorspronkelijk over de uitleg, de interpretatie van tekens, zoals van seinen en verkeersborden. In 1906 werd de semiotiek 'uitgevonden' door Ferdinand de Saussure en via o.a. Roland Barthes en Michel Foucault ging de semiotiek eigenlijk over alles wat een boodschap uitzendt: teksten, toespraken, praatjes en reclameborden, maar ook kleding, kleuren, symbolen; kortom alles wat betekenis kan dragen. In de communicatie met taal en tekens draagt alles betekenis. De grootste bijdrage aan de semiotiek komt van Umberto Eco lector in semiosis.
Wat is de naam van de roos? Roos! Maakt het wat uit waarom een roos roos wordt genoemd? Zegt het iets over haar geur of functie (welzeker: je geeft een geliefde een roos; geen aronskelk) of zou de roos anders ruiken als ze anders heette, vroeg Shakespeare zich al af. Ooit heeft de rode roos zich genesteld in de harten als het symbool van de hartstocht. De roos heeft betekenis gekregen. Het is niet zomaar een bloem.
Alles wat we horen, lezen en zien wordt door ons geïnterpreteerd. Dit gebeurt in eerste instantie op een basaal – semantisch niveau, de letterlijke betekenis. De ontvanger probeert de boodschap te begrijpen op het niveau van een mededeling. Laten we zo’n mededeling eens nader bekijken.
De kritische lezer
Grofweg kun je twee soorten lezers definiëren. De naïeve, argeloze lezer of semantische lezer. Die vat de tekst op zoals die er staat. Hij leest 'niet door de regels heen'. Daarnaast is er de kritische of semiotische lezer die onderzoekt of en waarom een tekst bepaalde semantische betekenissen produceert, of er a.h.w. betekenislagen verborgen liggen, bijvoorbeeld door te letten op de context. Is de verteller betrouwbaar; gebruikt hij bepaalde woorden of een code die alleen vertrouwelingen door hebben?