De semiotiek ging oorspronkelijk over de uitleg, de interpretatie van tekens, zoals van seinen en verkeersborden. In 1906 werd de semiotiek 'uitgevonden' door Ferdinand de Saussure en via o.a. Roland Barthes en Michel Foucault ging de semiotiek eigenlijk over alles wat een boodschap uitzendt: teksten, toespraken, praatjes en reclameborden, maar ook kleding, kleuren, symbolen; kortom alles wat betekenis kan dragen. In de communicatie met taal en tekens draagt alles betekenis. De grootste bijdrage aan de semiotiek komt van Umberto Eco lector in semiosis.
Wat is de naam van de roos? Roos! Maakt het wat uit waarom een roos roos wordt genoemd? Zegt het iets over haar geur of functie (welzeker: je geeft een geliefde een roos; geen aronskelk) of zou de roos anders ruiken als ze anders heette, vroeg Shakespeare zich al af. Ooit heeft de rode roos zich genesteld in de harten als het symbool van de hartstocht. De roos heeft betekenis gekregen. Het is niet zomaar een bloem.
Alles wat we horen, lezen en zien wordt door ons geïnterpreteerd. Dit gebeurt in eerste instantie op een basaal – semantisch niveau, de letterlijke betekenis. De ontvanger probeert de boodschap te begrijpen op het niveau van een mededeling. Laten we zo’n mededeling eens nader bekijken.
Het eten is klaar
Iemand roept tegen zijn huisgenoot: het eten is klaar; dus
denkt de ontvanger: ik moet nu aan tafel gaan zitten om te eten. Is het een
buurman die toevallig deze roep hoort dan denkt hij: 'O, hiernaast gaan ze eten.' Maar is het een ober in een restaurant die dit hoort, dan weet dat hij moet opdienen.
Je merkt op dat je
al drie manieren zijn waarop de ontvanger de boodschap interpreteert. Het kan
ook zijn dat de ontvanger juist ruzie heeft gehad met de boodschapper over de
keuze van het voedsel en denkt: barst maar, ik ga dat mooi niet eten! Al blijft de
letterlijke betekenis dan onaangetast. Het is ook mogelijk dat de boodschap een
code is. Bijvoorbeeld wanneer deze mededeling in oorlogstijd over de radio
klinkt. Een verzetsgroep weet dat ze in actie moet komen.
Wanneer alleen al in zulke basale situaties van de
mededeling al meerdere interpretaties mogelijk zijn, want voor uiteenlopende
verklaringen kan dan een wat mysterieus gedicht niet opleveren. En zijn die verklaringen
dan alle geldig? Want er zijn grenzen aan de interpretatiekunde.
In bovenstaande zin kun je de drie elementen van de
mededeling nader bekijken.
1. De
bedoeling van de boodschapper (bij een boek: de schrijver = intentio auctores). In de dagelijkse context betekent dit dat de boodschapper wil dat men komt eten.
2. De
inhoud van de boodschap (bij een tekst of lezing = intentio operis) is eenduidig:
er is voedsel gereedgemaakt dat klaar is (om op te eten).
3. Bij
de ontvanger (bij een tekst is dat de intentio lectoris) betekent
het dat
die moet of kan gaan eten. Of hij denkt: zo vlug klaar, dat zal wel opgewarmd zijn.
Op het niveau van een simpele mededeling is er weinig diepgaands
te interpreteren. Ze heeft een louter informatieve functie. In de dagelijkse omgang is dit de meest voorkomende functie. Er wordt iets praktisch gezegd, zonder bijbedoeling. Dit is de eerste functie
van de taal.
Tijd dus om eens beter te kijken wat er nu eigenlijk
gebeurt wat we lezen als we lezen.
De kritische lezer
Grofweg kun je twee soorten lezers definiëren. De naïeve, argeloze lezer of semantische lezer. Die vat de tekst op zoals die er staat. Hij leest 'niet door de regels heen'. Daarnaast is er de kritische of semiotische lezer die onderzoekt of en waarom een tekst bepaalde semantische betekenissen produceert, of er a.h.w. betekenislagen verborgen liggen, bijvoorbeeld door te letten op de context. Is de verteller betrouwbaar; gebruikt hij bepaalde woorden of een code die alleen vertrouwelingen door hebben?
En dan is er nog de anagogische lezer die in een tekst vooral vindt wat hij er zelf in stopt omdat hij/zij een complotdenker, een fantast of een gelovige is. Een voorbeeldvan een anagogische manier van interpreteren: Als het Joodse volk vlucht uit Egypte naar het beloofde land, laat God de (Rode) zee splijten en vlak voor de achtervolgers weer sluiten. De anagoog kan hierin een verwijzing zien naar de levensweg van de ware gelovige naar het hemels paradijs. Is het een historisch verhaal of heeft de schrijver er (nog) een bedoeling mee? De bedoeling is dan dat alles in de Bijbel wordt uitgelegd als een verwijzing naar het hemelse Jeruzalem. In dit geval zou dat kunnen, want de tekst is bijna duizend jaar jonger dan de mogelijke datering van de exodus. Het verhaal wordt dan gebruikt om de lezer te laten denken dat zijn leven en zijn eindbestemming in Gods hand is.
Een procédé dat de lezer op de proef stelt, werd vaak gebruikt door Agatha
Christie, bijvoorbeeld in The murder of Roger Ackroyd.
Daar probeert de verteller de lezer te laten denken dat anderen de moord hebben
gepleegd. De naiëve lezer trapt erin en hem of haar wordt aan het eind gevraagd de tekst nog
eens te lezen, omdat de verteller zijn misdrijf niet verborgen heeft gehouden.
De kritische lezer (die dat wel doorheeft en de plot dan al kent) kan dan in tweede instantie de vertelkunst van Agatha
Christie nog eens verifiëren en bewonderen. (wordt vervolgd).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten