dinsdag 12 november 2013

PESSOA: DE DICHTER ALS VEINZER

Fernando Pessoa: Autopsychografie
 [Leyeloren 25]

De dichter als veinzer is een hoofdstuk uit het boek: Fernando Pessoa: het ik als vreemde, van August Willemsen.
Pessoa’s poëtica heeft als grondthema: ‘Finger é combeccer-se’, wat zowel betekent: ‘Veinzen is zich kennen’, als ‘Veinzen is zich leren kennen.’
Hier volgt het meest geciteerde en geanalyseerde gedicht van Pessoa: Autopsychografie.


De dichter wendt slechts voor.
Hij veinst, zo door en door
Dat hij zelfs voorwendt pijn te zijn.
Zijn werkelijk gevoelde pijn.

En zij die lezen wat hij schreef
Voelen in de gelezen pijn
Niet de twee die hij geleden heeft,
Maar één slechts die de hunne niet kan zijn.

En zo rijdt op zijn rails in ’t rond,
Tot vermaak van onze rede,
Die opwindtrein, in dichtermond
Ook wel ‘het hart’ geheten.


Het gaat in de poëzie om het transponeren of sublimeren van gevoel; van een primaire emotie naar het niveau van een geïntellectualiseerde emotie. De emotie moet immers in woorden worden omgezet, het niveau waarin poëzie in technische zin zich afspeelt. Bij de lezer wordt het omgekeerde proces verondersteld.

Een mooi voorbeeld is:


Zij kwam, glimlachend, elegant,
De voetstap ongehaast en licht,
En ik, die voel met mijn verstand,
Maakte meteen ’t juiste gedicht.

Ik spreek daarin niet over haar
Noch ook hoe zij, volwassen kind,
De hoek omsloeg van gindse straat,
Hoek waar de eeuwigheid begint…

In het gedicht spreek ik van zee,
Beschrijf de golven en de pijn.
Herlezend zie ik een van twee:
De hoek – ofwel de waterlijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten