vrijdag 26 september 2014

WOONT EN WERKT

Woont en werkt
[Leyeloren 34]

Als u de combinatie van de persoonsvormen ‘woont en werkt’ leest, dan weet u, dit gaat over een beeldend kunstenaar. Nooit staat er: schilder Vincent woont in Tilburg en werkt in Nuenen. Dan is hij huisschilder. Een echte schilder, een kunstenaar, woont waar zijn werk is. Als hij of zij even niet meer weet, waar hij of zij het moet zoeken, zit hij of zij met de handen in het haar en als er geen haar is, dan is hij singel of kaal (grapje).
Dat de kunstenaar werkt, zetten ze erbij, opdat u niet zou denken, dat hij maar wat zit te klooien en te luibakken, zoals Karel Appel, toen hij tegen een ambtenaar van de kunstsubsidie zei: “Ik in mijn lawaai, ik rotzooi maar wat aan.” Dat lawaai was jazzmuziek van Charlie Parker en zijn maten. De kunstbobo kon het niet waarderen. Geen subsidie voor Appels die in lawaai wonen en werken rotzooien noemen.

Ik heb eens een brochure geschreven over een schilder van heel vieze  urinoirs en groteske etalages, waarin elke zin was geplagieerd uit een kleine collectie tentoonstellingsfolders van andere kunstenaars; waar nodig toegesneden op het actuele werk. Geen mens die het merkte, ook de vieze schilder zelf niet. Zo gewend als men is aan de metataal in die folders. Voor goed begrip: het gaat hier over iemand die schilderijen maakte van vieze pisbakken en vreemde etalages. Hij maakte daar diafoto’s van en thuis projecteerde hij die op het doek en daar schilderde hij dan verf op, zo'n beetje in de kleur van de projectie. Zo werkte hij. Net als Marlène Dumas, die schijnt ook zo te werken. Het nadeel is dat je met je eigen lichaam de beeldprojectie verstoort. Dan schilder je er gauw zo’n beetje langs. Zij woont en werkt in Amsterdam, schrijft Wikipedia. Sinds 1976 dan. De kunstenaar woont en werkt. Sterker; ook werksters wonen en werken; zelfs op meerdere plekken. Dat hebben ze gemeen met Vincent. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten