donderdag 17 september 2015

DOCTOR SYNTAX




DOCTOR SYNTAX OP ZOEK NAAR HET PITTORESKE

 [Leyeloren 48]



In 1812 publiceerde William Combe zijn boek: The tour of Doctor Syntax in search of the Picturesque. A Poem. Het werk werd geïllustreerd met aquatinten van Thomas Rowlandson. Dit in het 19de eeuwse Engeland zeer populaire werk is onlangs verschenen in een [eerste volledige] Nederlandse vertaling van de Tilburger Martin Hulsenboom.

Het lange verhalende gedicht van William Combe bestaat uit bijna tienduizend regels op de versmaat van de tetrameter, een viervoetige jambe. Het bleek onmogelijk om deze versmaat in het Nederlands aan te houden. Met slechts acht lettergrepen, zoals in het Engels origineel, was het onvertaalbaar. Dus koos Hulsenboom voor de pentameter of vijfvoetige jambe, wat hem twee extra lettergrepen opleverde. Daarnaast rijmen de regels gepaard. Het moet een eindeloos gepuzzel zijn geweest om dat gepaarde rijm en het jambische metrum al vertalend aan te houden. Het kostte Hulsenboom dan ook vijftien monomane maanden (schrijft hij zelf in de verantwoording) om Doctor Syntax te vertalen. In zijn vrije tijd welteverstaan, want van beroep is Hulsenboom geen vertaler. Laten we eens kijken hoe hij dat doet.


I'll make a tour -- and then I'll write it.           Ik maak een Tour en ga die dan beschrijven
You well know what my pen can do,               Je weet, mijn pen is toch behoorlijk vaardig
And I'll employ my pencil too: --                     En ik hanteer het potlood niet onaardig.
I'll ride and write, and sketch and print,        Als ik dat alles ook kan laten drukken,
And thus create a real mint;                           Schep ik een werk dat allen zal verrukken.
I'll prose it here, I'll verse it there,                 Wat proza hier en een gedichtje daar:
And picturesque it everywhere.                     Ik pittoresk het zomaar bij elkaar.
I'll do what all have done before;                   Toeristen zal ik volgen van weleer,
I think I shall -- and somewhat more.            
Hun spoor zal ik betreden – en nog méér.
At Doctor Pompous give a look;                       Ik wil dat jij Pompeus zijn boek bekijkt:
He made his fortune by a book:                      Die heeft zich met dat werk immens verrijkt
And if my volume does not beat it,                  En schiet mijn resultaat tekort,
When I return, I’ll fry and eat it.                    Belandt mijn boek na terugkeer op mijn bord.

Gepaard rijm is – vind ik – niet mooi, zeker als het eind van de zin of deelzin aanhoudend samenvalt met het eind van de regel (zoals bij sinterklaasgedichten). Dus moet er nu en dan geënjambeerd (over de regeleinden doorgelezen) worden. Ziehier in de bierkelder:

De ale, die arme sloebers kommer doet
Vergeten, stroomde dra in overvloed.

En al rijmend ervaart de lezer meteen wat het pittoreske is:

Als ik aandachtig kijk naar de Natuur
In haar smaragdgebladerde paruur
Of in haar almaar wisselende voile
Van najaarsbruin of gouden zomerpraal
Of zachtjes blankbevlokt, wanneer het vriest
En zij haar bontgetinte tooi verliest,
Dan voel ik louter eerbied voor de Macht
Die ons bekoort met al die kleurenpracht.

Dat het met het gepaard rijm niet altijd uitkwam (i.e. praal rijmt op voile ) blijkt op een flink aantal plaatsen, waar met een accolade aangegeven wordt dat drie regels op elkaar rijmen.

De wagen schokte plots – de wielen kraakten –
En Syntax’ medepassagiers ontwaakten.
Ook Knorrepot. Hij geeuwde lomp en kwaakte:
‘Da’s toch geen snelheid! Wat een slappe hap!’
De jongedame riep: ‘We gaan juist rap!’

Wat maakt het zinnig om dit eens beroemde werk van Combe anno nu in het Nederlands te vertalen? Er is hier geen mens die Doctor Syntax kent [of het moet ene Doctor Paardekooper zijn wellicht]. Het is als bij de alpinist die antwoordde op de vraag waarom hij een berg beklimt: ‘omdat hij daar is’. En dat onbekende boek moest dus vertaald worden. Al met al een gigantische klus, waarbij de vertaler vaak moet hebben gedacht: ‘Waar ben ik aan begonnen, maar ja, eenmaal begonnen tot aan het einde doorgeklommen.’ Maar onderweg vooral: wat een lust in het spelen met de taal, dat zich toont in vaak sublieme vertaalvondsten. Lauwerkransen, paukenslagen en trompetgeschal en slingers van lampjes in de Hulsenboom!

Doctor Syntax is de stamvader van de zonderlingen (archetype van de verstrooide professor), die wij hier kennen, als Meester Prikkebeen alias Steckelbein of Monsieur Cryptogame. De held van ons verhaal maakt, zo laat de ondertitel zien een Tour; iets wat rijke jongelieden (hierboven anachronistisch aangeduid als toeristen) in de 17de -19de eeuw deden: P.C. Hooft en J.W. von Goethe bijvoorbeeld. Sommigen (Goethe) schreven daar dan een lang verhaal over. Einddoel Rome, soms zelfs Napels. Zo’n Grand Tour duurde makkelijk een jaar of langer. Onze Doctor gaat maar een aantal weken op pad in eigen land en hij rijdt met zijn paard Grijsje over landelijke wegen op zoek naar het pittoreske. Via Oxford en Liverpool reist hij niet naar Rome, want hij eindigt in Londen, waar niet het pittoreske, maar gok- en geldlust heersen. Een Petit Tour dus. Syntax zit vaak te mijmeren over zijn boek, dat hij gaat schrijven en schetsen en dat hij al verkoopt nog voor hij de reis beëindigd heeft.

De boekverkoper in Paternoster Row (in Londen):
                 Dit Boek wordt zó door mij gepubliceerd,
                                   Dat het zichzelf probleemloos adverteert!
                                   Op zo’n groot opus mag men niet besparen:
                                   Ik druk beslist tweeduizend exemplaren.

Het object van de satire is wel duidelijk. Naast de karikaturale onhandigheid en het gezwatel van een doorgeleerde broodmagere schoolmeester-dominee is er de spot met de Engelse maatschappij. De satire is vooral gericht op de kunst van het pittoreske. Na een paar eeuwen waarin de schilderkunst zich vooral bezig hield met het conterfeiten van religieuze en mythische voorstellingen, kwam er met de romantiek aandacht voor het natuurlijke landschap, maar dan doorleefd met gevoel: mysterie en drama (ruïnes in nevelig maanlicht), kortom het pittoreske. De theorie over wat een pittoresk tafereel is, werd in Engeland geformuleerd door William Gilpin, die hierboven wordt aangeduid als Doctor Pompous. De schilder werd verondersteld de natuur een handje te helpen door haar romantisch, dus dramatischer, woester en levendiger voor te stellen. (maar weer niet gothic).[1] Zo werd deze schilderstijl een aanjager van het toerisme, dat begon met rijke Engelsen die met een schetsboek op zoek gingen naar een echt bestaand schilderachtig landschap, dat dan vooral gevonden werd in Italië. Zo ver gaat Doctor Syntax niet.

De tekeningen van Rowlandson maken in Doctor Syntax van die destijds populaire romantiserende schilderingen een karikatuur. Deze aquatinten werden stuk voor stuk eerst gemaakt, waarbij Combe dan een verhaal bedacht. Zo ontstond er een aaneenrijging van belevenissen. Doctor Syntax wordt beroofd en door stieren op de hoorns genomen; hij valt in het water bij een ruïne; verliest zijn geld bij de renbaan; verkoopt zijn paard dat wordt mishandeld; hij vertelt zijn ervaringen waarbij iedereen in slaap valt, etc. Uiteindelijk loopt alles weer goed of liever gezegd nog beter af. Het is een vermakelijke geschiedenis, alleen voor onze tijd misschien nogal tam. Daarbij komt natuurlijk dat [niet Engelse] lezers van nu de subtielere passages en dus de essentie van de satire niet steeds aanvoelen. Dat verhelpt zelfs een knappe vertaling niet.
Waar dit allemaal op slaat, vindt u uitgelegd in het boek zelf.
Lees dat boek. Gebonden, geïllustreerd, ingeleid en geannoteerd. U betaalt geen cent teveel voor dit juweel. Boekverkoper en uitgever Donker heeft alvast tweeduizend stuks gedrukt.

Joannes Maas




[1]  Het pittoreske bevindt zich kunsthistorisch gezien tussen het voorafgaande classicistisch estheticisme en de heftig romantische kunst van het sublieme (denk aan Turner, Van Gogh). In de hedendaagse kunstbeschouwing is het pittoreske, hoewel geïnspireerd  door Nederlandse landschapschilders als Ruysdael,  (maar zonder dat sublieme licht) zowat synoniem aan rustieke salonkunst. Combe was er dus vroeg bij door de populariteit van het pittoreske – en vooral het commerciële aspect - tot voorwerp van zijn satire te maken. Je getuigde van goede smaak als je zo’n rustiek landschap tegen het behang hing of (nog steeds) hangt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten