maandag 3 maart 2025

Twee Brabantse dorpen aan twee Leijen

Twee Brabantse dorpen in één gemeente met ieder een eigen Leij

 

Ten oosten van Riel loopt de Leij, bij het Riels Laag ligt de Oude Leij en pal achter Goirle stroomt de (Nieuwe) Leij (voormalig fabrieksriool). Deze laatste Leij is nu deels gedempt  om in de nieuw uitgediepte bedding van de Oude (!) Leij te gaan stromen. Wikipedia heeft het over de Oude Leij bij Goirle die vlak bij de Poppel  ontspringt en een andere Wikipedia pagina heeft het over een Lei, een beek in NB die ontspringt bij een bron bij Baarle Nassau. Het is een ratjetoe aan Leijen en aan bronnen waar ze zouden ontspringen. Verwarrende namen en niet bestaande bronnen.

Over welke beek hebben we het als we het over de Leij, Ley of Lei hebben? Waar is hun stroomgebied? Dat is nog niet zo eenvoudig. Zeker niet wanneer er geen water staat in de bedding zoals in de zomers van 2018 en 2019. Bovendien zijn de lopen van alle beken in ons land zo vaak verlegd en vooral rechtgetrokken om het regen- en afvalwater zo snel mogelijk af te voeren, dat de oorspronkelijke beddingen vaak verdwenen zijn. Nu de beken geen afvoersloten meer zijn, wordt er gewerkt aan natuurherstel.

 

“Landschappen zijn door de mens herhaaldelijk opnieuw ingericht en geordend naar de behoeften, ideeën en mogelijkheden van de tijd. Elke periode (sinds de Bronstijd 2000 v Chr.) kende daarbij haar eigen processen die het ruimtegebruik hebben beïnvloed. In het landschap zijn voortdurend sporen van menselijke activiteiten uitgewist, waarna er nieuwe aan werden toegevoegd. Jongere elementen of structuren liggen tussen of juist over oudere heen. Het huidige landschap is het resultaat van een wisselwerking tussen enerzijds de natuur en anderzijds vele generaties van mensen.” [Bron: Brabants Landschap, Tijdschrift nr. 200 (2018-2019).

 

 

Een duidelijk voorbeeld hiervan is de Leij langs Goirle die twee keer in een halve eeuw verlegd is. In 1967 werd de Oude Leij gedempt en een nieuwe Leij uitgegraven vlak achter de textielfabrieken (voor de afvoer van afvalwater) en in 2021 werd de Oude Leij uitgegraven en de Nieuwe Leij gedempt, om in het nieuwe dal achter en op het terrein van de gesloopte fabrieken woningen te bouwen. Want de nood is hoog, de vooruitgang heilig, de projectontwikkelaars begerig en dat beekdal ligt daar toch maar te niksen. Daar was niet iedereen het mee eens.

 

                                               “Blèèf mee oew tengels van ons rivierke

                                                Iedere kronkel is ons eige goed!!!”                                                                                      dichtte VABO in 1967 (Bron: Goirles Belang)

 

Hoe het begon

 

Tienduizend jaar geleden eindigde de laatste ijstijd. Op wat nu Nederland is, lag toen geen permanente ijskap, maar wel bereikten gletsjers en het dooiwater onze gebieden en lieten daar stuwwallen, stenen en dikke lagen löss en dekzand achter. De vegetatie was shraal, het land moeras en er leefden nauwelijks grote dieren, laat staan mensen.

Na 5500 v. Chr. ontstaan er moerasbossen, heide en laagveengebieden en vormen zich de eerste beken en rivieren die in de warmer wordende bodem hun loop meanderen. Er leven grotere dieren die weer jager-verzamelaars aantrekken. In het landschap ontstaat reliëf, lagere en hoger liggende gebieden die bewoning mogelijk maken. In de Bronstijd vestigen zich hier, bijv. op de Regte Heide de eerste bewoners die vee gingen houden en het land gingen bebouwen. Op de hoger gelegen dekzandgronden begroeven ze hun doden in paalgraven. Aan de lage zijden van dit gebied (dat toen veel groter was dan de huidige Regte heide) stroomde schoon water door de beken. Aan de oostkant stroomde de Leij die nu langs Goirle loopt richting Oisterwijk en aan de westkant de Leij die door het Riels Laag en langs het dorp Riel naar Dongen gaat. Deze twee beken noemen we hier voor het gemak: de Rielse Leij en de Goirlese Leij.

 

Het stroomgebied van de Brabantse beken

Vaak vragen mensen: waar is de bron van of waar ontspringt de Goirlese of de Rielse Leij?

De Leijen hebben geen bron. De beken in Brabant zijn zogenaamd laaglandbeken. Ze ontspringen nooit uit echte bronnen. Het regenwater dat overal op de bodem valt, vloeit bij laaglandbeken via geultjes en smalle slootjes samen tot een breder slootje. Wanneer er verderop een wat forsere waterloop ontstaat, dan spreken we van een beek. Het water ia dus niet afkomstig van een vaste bron, maar van honderden slootjes verspreid over het hele stroomgebied en het is dus ook tevergeefs zoeken naar dé bron  of dé oorsprong van een Brabantse beek. [Bron: Beken in Brabant]. Het hangt dus van de regen af of en waar de beek stroomt. In de laatste drie zomers voor 2021 heeft het maandenlang niet of nauwelijks geregend en stond er dus geen water in de bovenloop van de beken.

 

De Rielse Leij

Op zoek naar de oorsprong van de ‘Rielse Leij’ die volgens het Wikipedia-artikel hierboven, komt uit een bron bij Nijhoven ging ik naar de kapel ten westen van Baarle. Nou daar sta je dan bij Nijhoven. Geen bron te vinden.; geen water, niks. Maar op de bodemkaart van Nederland zie je wel dat er iets ten noordoosten van de kapel een aanvoergeul ligt: het begin van het stroomgebied van de Rielse Leij. Het is daar nl. het hoogste punt (27 m) boven NAP en als het flink regent stroomt het water naar het noorden iets oostelijk weg in de richting van Het Sas (22 m), het Ooievaarsnest, het Riels Laag en met een grote bocht om Riel, verder noordwestelijk richting Dongen. Daar heet de beek dan ook Donge.

 

De Goirlese Leij

Er zijn nog meer aanvoergeulen te zien bij Baarle. Een paar kilometer verder naar het zuidoosten in de buurt van Kievitshof zie je op de bodemkaart één van de aanvoergeulen van de bovenloop van de Popppelse Leij. Ook daar is het 27 m boven NAP. De Poppelse Leij loopt parallel aan de grens en komt bij het op één na noordelijkste puntje van België bij grenspaal 211 in Nieuwkerk. Nederland binnen, De Roovertse Leij komt ook uit België, verder oostwaarts. Deze leij komt bij grenspaal 209 Nederland binnen; stroomt door landgoed Gorp en Roovert en komt voor Gpirle samen met de Poppelse Leij.Vroeger heette deze waterloop Aa, vandaar een wijk in Poppel die Aarle heet.   

 

We hebben dus twee aparte beken, één oostelijk van Riel en één oostelijk langs Goirle en hoewel de bovenloop van het stroomgebied van beide beken dus vrij dicht bij elkaar liggen en over vijftien kilometer min of meer parallel lopen (NNO) maken ze nergens contact. Terwijl de Rielse Leij overgaat in de Donge (bij Dongewyck) om uit te monden in de Amer, gaat de Poppelse Leij halverwege aangevuld met het water uit de Roovertse Leij een meer oostelijke richting op langs Goirle, het Leijpark en Moerenburg en als Voorste Stroom door Oisterwijk om uit te monden in de Dommel die boven Den Bosch eindigt in de Maas: de enige rivier in Brabant. Alle andere stroompjes in de provincie zijn beken. Het Brabants reliëf is getekend door zijn zandruggen en beekdalen.

 

De twee Leijen wijken ten zuiden van Goirle en Riel uiteen. Die uitwijkbeweging komt omdat tussen de stroomgebieden hogere zandruggen liggen; in het zuiden de Regte Heide en noordelijker de Loonse en Drunense duinen. In Tilburg zelf heb je midden in de stad een dal in die zandruggen tussen het Heike en de Heuvel. Als het vroeger hard regende stond de Koningswei onder water. Alle beken in Brabant ten oosten van Tilburg gaan naar het noordoosten (Bossche broek) en alle beken ten westen van de stad gaan richting de Biesbosch (Amer/Oude Maas).

 

Bovendien vormt de Rielse Leij de grens tussen West-Brabant en Oost-Brabant. En niet alleen geografisch, maar ook als dialectgrens én als bestuursgrens (o.a. waterschapbeheer) en bovendien als de grens tussen het bisdom Breda en dat van Den Bosch. Omdat sinds de tweede helft van de 20e eeuw  allerlei bestuurlijke reorganisaties werden ingezet, kwam door een speling van het lot het dorp Riel dat eerst bij de gemeente Alphen hoorde (West Brabant) nu bij Goirle terecht (want dat wou niet bij Tilburg) en zit het hoofkantoor van de politie van West Brabant en Zeeland (!) in Tilburg, terwijl de veiligheidsregio en de GGD-regio weer anders ingedeeld zijn. Dat bestuurlijke lappendeken kent geen gezamenlijke grenzen.

 Middenlinks van Tilburg de Rielse Leij en rechts de Goirlese Leij

 

Nog iets over de geschiedenis van de middenloop en de vonders in de Rielse Leij

Dat men niet met zijn tengels van de beken af kan blijven blijkt al uit het begin van dit stuk, maar het kan nog gekker. Er heeft een plan bestaan om de Rielse Leij en de Donge te kanaliseren en bevaarbaar te maken vanaf de Regte Heide. Riel aan een kanaal; dat noemde men toen normaliseren. Dat normaliseren van beken begon al in de 19de eeuw. Bedenk dat er twee honderd jaar geleden nog maar twee miljoen mensen woonden in het gebied dat nu Nederland heet. Dat zijn  er minder dan er  nu alleen al in Noord-Brabant wonen. Door de aanleg van kanalen – toen de belangrijkste vervoeraders, werden de beken gebruikt als wateraanvoer. Ze werden voor het uitbreiden van de steden en dorpen, het  spoorweg- en wegennet, wegen en  vooral ten gerieve van de landbouw overal rechtgetrokken. De fabrieken gebruikten de beken als riool. Vooral leerlooiers en textielfabrieken hadden veel water nodig bij de productie. In Tilburg werden bij gebrek aan beekwater blauwsloten gegraven waardoor chemisch afval stroomde dat ontstond bij het schoonmaken van huiden  en bij het verven van textiel. Blauwsloten waren stinkende geulen die uitkwamen in één van de Leijen. In Goirle stonden de twee grote textielfabrieken niet voor niets aan de Leij. Bij de Rielse Leij had je een aantal leerlooierijen staan. Nij is het tij gekeerd en worden de beken niet meer gebruikt als riool. Landschapsbeheerders zijn bezig met de beekbeddingen zo ver mogelijk terug te brengen tot vroeger. Het gebied tussen de twee Leijen is namelijk historisch en landschappelijk een van de oudst natuurgebieden in Nederland. De Rielse Leij stroomt in het Riels Laag langs de Regte heide. Dit heidegebied werd 20000 jaar gelden al bewoond door jager-verzamelaars; zij legden grafheuvels met een krans van palen aan.

Het oude bruggetje bij het Hoefke en ook bij Aesvoorde zijn plekken waar al in de 16de eeuw doorwaadbare plaatsen waren, een zgn. voorde. Terwijl paarden en wagens door het water gingen, liepen de voetgangers  over een houten bruggetje: de vonder. Vandaar de naam van een straat en de school in het dorp Riel aan de Leij.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten