WITTGENSTEEN 3
Kafka was kantoorklerk bij een verzekeringsmaatschappij.
Vroeger hadden schrijvers nog een beroep.
Ik bedoel dat ze niet de hele dag boeken zaten te schrijven.
Een echte schrijver is iemand die de hele dag uit innerlijke
noodzaak boeken moet schrijven, terwijl ze toch vaak in een café zitten.
Sartre zat de hele dag in een café te roken en te schrijven.
Zijn boek over wat literatuur is, is daar vast ontstaan.
Je kunt er geen touw aan vast knopen.
Door al die rook en de drank in dat café wordt de tekst
nogal mistig en duizelig.
De tekst wordt mistig bedoel ik en de lezer duizelig.
De schrijver van de tandeloze tijd is al decennia bezig de
tandeloze tijd tanden te geven.
Hij komt nooit meer in een café.
Vroeger heette deze schrijver Canaponi.
Ik neem aan dat hij toen zijn boeken op een canapé schreef.
Hij was toen best knap.
Knap betekent niet alleen slim maar ook mooi.
Maar niet iedereen die slim is ook mooi en andersom.
De taal is ambigu.
Ze speelt met ons omdat we met haar spelen.
Canaponi is wel veel dikker geworden, net als zijn boeken.
Ik denk dat hij nog wel meer geschreven heeft dan Multatuli.
En dat hij nog veel meer geleden heeft dan Multatuli.
Hij, Canaponi dan, had een zoon die is verongelukt.
Die zoon leek erg veel op Oscar Wilde.
Hij staat op de kaft van het boek.
De foto van zijn zoon Tonio als Oscar Wilde.
Als Tonio een minuutje later op weg was gegaan, dan was hij
niet verongelukt.
De één noemt het toeval en domme pech, de ander
lotsbeschikking.
Als - dan zinnen tonen geen feiten, maar scenario’s.
Op een bord langs de snelweg stond: ga alleen en alleen als
je echt op weg moet.
Maar wie bepaalt dat?
Als je niet op weg moet, dan blijf je thuis.
Maar dat kunnen mensen niet.
Ze moeten erop uit.
Dat komt door een niet geheel uitgeselecteerd gen in de
evolutie van de jager-verzamelaar.
Die was altijd onderweg.
Dat kwam omdat hij geen kamer had om in te reizen.
J.M.A. Biesheuvel had wel zo’n kamer al had hij genoeg geld
om verre reizen te maken.
Maar dat deed hij niet.
Hij blijft rustig thuis op zijn studeerkamer van 3 bij 4
meter.
Heel origineel was dit idee niet.
Xavier de Maistre schreef in 1794 Voyage au tour de ma
chambre.
Hij had wel op reis gewild, maar dat kon niet want hij had
huisarrest.
Toch vertelt die Biesheuvel een mooi verhaal vol waar
gebeurde voorvallen.
In de bibliotheek hier in de buurt staat een afdeling waar
gebeurd.
Ze bedoelen dat die
verhalen niet zijn verzonnen.
Er staat ook in waar ze zijn gebeurd.
Twee keer waar.
Zo maakte een mevrouw een boek over haar broer die een grote
crimineel was.
De crimineel vond dat er een hoop leugens in het boek
stonden.
Er stond wel overal waar het gebeuren gebeurde.
Dus zo geredeneerd was het boek half waar.
Het boek heette trouwens Judas.
Dat is een weinig originele titel.
Er zijn heel veel boeken geschreven over Judas.
Ik heb het boek over die crimineel niet gelezen, want deze
Judas heette eigenlijk Willem.
Maar iedereen weet wat een Judas is, al zullen er geen
ouders zijn die hun kind zo’n voornaam durven geven.
Er zijn er wel die hun kind Josef noemen.
Niet omdat ze denken dat hij dan later onvruchtbaar blijkt
en met een zwangere maagd op reis gaat.
Veel mensen geven hun kind namen waarvan ze niet weten wat
die betekenen.
Ze noemen hun kind bijvoorbeeld Candy of Chris.
Of ze weten wel wat een naam betekent, bijvoorbeeld Storm.
Dan denk je toch dat je liever een Willem in de klas wil
hebben dan een Storm.
Al kan dat natuurlijk ook andersom zijn.
Dat Storm heel braaf is en Willem een Judas.
Die schrijver die De Ridder heette, schreef onder een
pseudoniem met de voornaam Willem.
Zijn alter ego in zijn verhalen heette trouwens Frans.
Net als Kafka, maar die schreef zijn naam als Franz.
Er zit vaak geen, maar soms, niet toevallig, wel een
connectie tussen de naam van een persoon en diens karakter.
Kafka had een verhaalpersoon die Josef heette.
Hij noemde die persoon bijvoorbeeld niet Karel.
Wel had die persoon een achternaam die begon met een K.
De andere letters van die naam hoeven we niet te weten.
Je bent met zo’n initiaal al meteen een verdachte.
Josef K. wordt dan ook in de eerste zin van het boek
gearresteerd, zonder dat hij iets kwaads had gedaan.
Dat lijkt onrechtvaardig, maar hij, is lang niet de enige
die opgepakt en geëxecuteerd wordt, zonder dat hij enig kwaad heeft gedaan.
Hij moest wel door iemand belasterd zijn, anders werd hij
niet gearresteerd.
Hij werd ook niet gearresteerd in de eerste zin, maar op
zijn kamer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten